Twintig keer vermeldt het regeerakkoord gemeenten, lokale besturen of OCMW’s. De federale overheid beseft dus dat ze een deel van haar beleidsvoornemens alleen samen met de lokale overheden kan realiseren. Toch zou het nog beter kunnen, want we zien dat op tal van terreinen wel naar samenwerking met de gewesten wordt gekeken, terwijl het lokale niveau onvermeld blijft.
Met stip op één het VVSG-memorandum stond de pensioenproblematiek: lokale besturen kreunen onder de steeds zwaardere factuur van de pensioenlasten van statutairen. Een jaar geleden besliste de nieuwe Vlaamse regering om de helft van de responsabiliseringsbijdrage voor haar rekening te nemen, wat een belangrijk politiek signaal was. Federaal plant de overheid alleen een onderzoek naar de problemen van het gesolidariseerde pensioenfonds. Dat is een eerste stap, al is de analyse eigenlijk al duidelijk en is er gewoon behoefte aan structurele cofinanciering, zoals de federale Schatkist trouwens ook doet voor de andere pensioenstelsels.
De federale regering plant een grondige hervorming van de arbeidswetgeving. Het is totaal onduidelijk welke gevolgen dit inhoudt voor de lokale besturen, die hierin als deel van de publieke sector met bovendien zowel statutairen als contractanten vaak vergeten worden. De VVSG herhaalt dan ook haar vraag om structurele betrokkenheid bij onderhandelingen op federaal niveau, én een aanpassing van vaak verouderde regels aan de lokale evoluties, zoals door het decreet lokaal bestuur.
De vraag van de VVSG naar een specifieke berekeningsbasis voor de aanvullende personenbelasting die minder wordt beïnvloed door federale of gewestelijke fiscale maatregelen, haalde het regeerakkoord niet. Dat betekent dat het risico op minderontvangsten blijft, zeker nu de regering verder lijkt te gaan op het pad om lasten op arbeid te verschuiven naar andere fiscale inkomsten. Ook de vraag naar een verlaagde btw op overheidsinvesteringen bleef onbeantwoord. Nochtans had dit een prima (en eenvoudige) relancemaatregel kunnen zijn. Positief is dan weer wel dat de 6% btw op de afbraak en heropbouw van woningen voortaan overal geldt, en niet langer alleen in de centrumsteden. Er komt een jaarlijkse burgemeestersconferentie over de grote maatschappelijke uitdagingen, zo lezen we verder. Dit is uiteraard positief, al zal het succes afhangen van een goede federaal-regionale afstemming, en een omzetting van de conclusies in concrete beleidsacties. Daarnaast blijft geregeld politiek overleg tussen de federale regering en de vertegenwoordigers van de lokale besturen nodig.
De VVSG is blij met het plan om eindelijk iets te doen aan de totaal achterhaalde financiering van de lokale politie. Een aanpassing van de verdeelwijze zal alleen kunnen met bijkomende middelen. Bovendien is het belangrijk de basisfinanciering van de politie bij wet en niet langer bij KB te regelen. Onduidelijk is dan weer de draagwijdte van het voornemen om de financiering van politiezones te koppelen aan een optimale schaal. De VVSG is blij met de geplande hervorming van de rekrutering bij de lokale politie, zodat zones zelf aan de slag kunnen gaan en de doorlooptijden korter kunnen. Ook de tuchtregeling wordt aangepast. De VVSG herhaalt haar vraag dat de hervormingen gebeuren in goed overleg met de werkgevers zelf, de lokale politiezones. Tot nu toe hadden die nooit een formele plek aan de onderhandelingstafel.
Voor de brandweer streeft de regering naar een ‘evenwichtige financiering’, maar een concreet gefaseerd tijdspad richting de beloofde 50/50-verdeling lezen we niet. Verder wordt gewerkt aan modernisering van het personeelsbeleid en komt er een hervorming van de dringende geneeskundige hulpverlening. Die laatste vraagt ook al lang bijkomende financiering, maar hierover zegt het regeerakkoord niets. De strijd tegen radicalisering blijft een belangrijk aandachtspunt. Het is goed dat de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie verder worden uitgevoerd. Om te slagen is een vlotte afstemming met en informatiedoorstroming naar de lokale besturen onontbeerlijk. Verder is er structurele financiering nodig in de plaats van de versnipperde geldstromen vandaag.
De federale regering wil een ‘plan armoedebestrijding’ uitrollen, met daarin een belangrijke rol voor de OCMW’s. Uitkeringen worden opgetrokken in de richting van de armoedegrens en er wordt ook werk gemaakt van een automatische rechtentoekenning. De VVSG ziet hierin positieve elementen, maar wijst ook op mogelijke uitkeringsvallen als de nettolonen niet worden verhoogd. De vraag rijst ook of de federale overheid de hogere uitkeringen zelf financieel zal dragen, dan wel de rekening wil doorsturen naar de OCMW’s. Een belangrijk voornemen is verder het toekennen van sociale rechten op basis van inkomen in plaats van statuut.
Voor de opvang van asielzoekers verwelkomt de VVSG het plan voor een flexibeler organisatie met bufferplaatsen, maar ze zou ook graag een voorspellend model zien. Over de financiering van de lokale opvanginitiatieven van OCMW’s zegt de tekst niets, net zo min als over de omgang met leegstand. Positief zijn het voornemen om tijdig met de gemeente in dialoog te gaan wanneer ergens een nieuw opvangcentrum zal worden geopend, de beoogde verkorting van de asielprocedure en de digitalisering van een aantal procedures van de dienst vreemdelingenzaken. Lokale besturen vragen wel toegang tot de gegevens over de lopende aanvragen.
Het federale regeerakkoord wil werken aan een antidiscriminatieplan. De VVSG gaat ervan uit dat de lokale besturen hierbij worden betrokken, al staat dat niet echt in de tekst. Er is trouwens veel meer afstemming nodig tussen de bestuursniveaus wat betreft asiel, migratie en diversiteit, want vandaag zijn lokale besturen vaak de speelbal tussen uiteenlopende federale en Vlaamse initiatieven.
De regering wil meer mensen aan het werk krijgen, met de nadruk op de moeilijker bereikbare doelgroepen. Dat is een nobel streefdoel, maar zonder de actieve betrokkenheid van de OCMW’s zal het niet lukken. Bovendien is absoluut afstemming met de Vlaamse werkgelegenheidsmaatregelen vereist en vragen de lokale besturen ook een actieve gegevensdeling.
Circulaire economie krijgt een belangrijke plaats in de federale klimaatambities. Het niet vermelden van de lokale besturen als partner mag niet betekenen dat die hierbij niet worden betrokken, bijvoorbeeld vanuit hun ervaringen in de afvalsector. Zo wil de regering een onderzoek naar statiegeld en plant ze stimulansen voor meer biocomponenten in kunststoffen. Intussen weten we echter dat die het recyclageproces kunnen verstoren. Verder wil de VVSG dat de federale overheid de inkomsten van de federale taks op wegwerpverpakkingen gebruikt voor de financiering van de kosten van lokale besturen in de bestrijding van zwerfvuil. De VVSG vraagt ook een interbestuurlijke afstemming van de klimaatambities.
Verder is het natuurlijk jammer dat de federale regering, net zoals de Vlaamse, niet ingaat op de VVSG-vraag om te komen tot een duurzaamheidspact met alle overheden. Met zo’n pact zouden alle bestuursniveaus de violen gelijk kunnen stemmen in hun klimaataanpak. Het zou trouwens goed zijn dat de verschillende overheden ook hun uitstootambities stroomlijnen. Verder bevat de tekst weinig erkenning voor het feit dat het overal ter wereld de lokale besturen zijn die het voortouw nemen in de omslag naar duurzaamheid.
Er komt in één vervoerregio een proefproject voor de veiling van passagiersvervoer per spoor. De VVSG vraagt wel dat dit gebeurt in goed overleg met de vervoerregio zelf, rekening houdend met de evoluties die in Vlaanderen gaande zijn. Het plan om tegen 2040 alle vervoersmodi in één platform samen te brengen komt veel te laat. Verder vraagt de VVSG dat de geplande aanpassing van de wegcode in goed overleg met de lokale besturen zou gebeuren, want zij beheren zo’n negentig procent van de wegen. Voorts moet er een doorbraak komen waardoor gemeenten toegang krijgen tot (geanonimiseerde) data uit de ANPRcamera’s, bijvoorbeeld voor het opvolgen van verkeersstromen.
Om de economie te stimuleren heeft de regering een pak administratieve vereenvoudigingen in petto, met de Kruispuntbank Ondernemingen (KBO) als centrale authentieke bron. De VVSG steunt dit voornemen, maar vraagt ook om de wetgeving eerst te moderniseren en pas nadien aan digitalisering te denken. Zo is er nood aan aanpassingen aan de regels over drankvergunningen, kansspelen, openingsuren, kermistoestellen en erkenning van toeristische centra, allemaal zaken waarmee gemeenten heel geregeld te maken krijgen. Voorts zijn gemeenten vragende partij dat de KBO van elke onderneming ook een e-mailadres zou bevatten.
Er komt een eengemaakte e-governmentstrategie. De VVSG hoopt dat alle overheden hierbij betrokken worden met een duidelijke rolverdeling. Vandaag merken lokale besturen dagelijks de gebrekkige samenwerking tussen het federale en het Vlaamse niveau, bijvoorbeeld op het vlak van generieke digitale infrastructuur. De gemeenten hopen ook dat de beoogde vereenvoudiging van de aanvraagprocedure voor het rijbewijs inhoudt dat mensen automatisch kunnen worden verwittigd wanneer het bijna vervalt.
België kiest resoluut voor een proEuropese houding. Daarnaast is er bezorgdheid voor de impact van de Brexit. De VVSG had daarbij wel ook graag de lokale besturen vermeld gezien. Verder is het belangrijk dat België snel werk maakt van de aanvraag van de middelen uit het Europese relanceplan, én dat ook de lokale besturen van dat geld gebruik kunnen maken. •
Jan Leroy is VVSG-directeur Bestuur
Voor Lokaal 11 | 2020
VVSG-analyse federaal regeerakkoord
De VVSG-staf ging in detail door het federale regeerakkoord en vergeleek het met het VVSG-memorandum voor de verkiezingen van 2019. Het resultaat van dat analysewerk werd besproken op de verschillende bestuurlijke commissies en de raad van bestuur van de VVSG. Dat resulteerde in dit uitgebreide analysedocument.
Lees de VVSG-analyse