In België worden personen zowel op Federaal als Vlaams niveau beschermd tegen discriminatie op basis van "geslacht", "geslachtsverandering", "genderidentiteit" en "genderexpressie" (sinds 2014) en "seksekenmerken" (sinds 2020). Ook op Europees niveau zijn er verschillende beschermingsgronden
Bescherming tegen discriminatie op Vlaams niveau
Het Vlaams Decreet houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid (2008) werd in maart 2014 uitgebreid en vermeldt nu ook expliciet genderidentiteit en genderexpressie als beschermde gronden. De memorie van toelichting stelt het volgende: “Deze nieuwe beschermde kenmerken worden voornamelijk geïntroduceerd om een uitgebreide bescherming tegen discriminatie te garanderen voor alle transgender personen […]. Ze zijn bij uitbreiding echter evenzeer toepasbaar op eenieder met een gendernormoverschrijdende genderidentiteit en/of -expressie. De invoeging van beide kenmerken komt ook tegemoet aan de afspraken die door de deelstaten en de federale staat werden gemaakt naar aanleiding van de opmaak van het interfederale actieplan tegen homofoob en transfoob geweld. In dit kader werd overeengekomen om ‘genderidentiteit’ en ‘genderexpressie’ als beschermde kenmerken toe te voegen in elke (federale en deelstatelijke) antidiscriminatieregelgeving.”
Het Vlaamse Gelijkekansendecreet is op 1 juni 2024 gewijzigd in het kader van de volgende vier thema's: antidiscriminatiebeleid, horizontaal gelijkekansenbeleid, erkenning partnerorganisaties en toegankelijkheid van gebouwen. Relevant is de uitbreiding van de gelijkstellingen met het beschermd criterium ‘geslacht m.n. voor genderidentiteit, genderexpressie, zwangerschap, bevalling, moederschap, het geven van borstvoeding, adoptie, medisch begeleide voortplanting, vader- en meemoederschap, geslachtsverandering of seksekenmerken.
Bescherming tegen discriminatie op Federaal niveau
Op Federaal niveau beschikt België over drie antidiscriminatiewetten:
- de wet ter bestrijding van racisme en xenofobie (1981);
- de wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen (genderwet) (2007);
- de wet ter bestrijding van discriminatie op grond van leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, een fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst (2007).
De Genderwet verbiedt directe en indirecte discriminatie, pesterijen op grond van het geslacht en ongewenst seksueel gedrag. Ze stelt in artikel 4, paragraaf 2: “Voor de toepassing van deze wet wordt een direct onderscheid op grond van geslachtsverandering gelijkgesteld met een direct onderscheid op grond van geslacht.” Hierdoor werden in eerste instantie enkel transseksuele personen beschermd, d.w.z. “zij die een geslachtsveranderende behandeling hebben ondergaan, die ermee bezig zijn, of die van plan zijn dit te doen”.
In 2014 werd de Genderwet dan ook uitgebreid om de beschermde gronden genderidentiteit en genderexpressie toe te voegen als beschermde gronden (artikel 4), om de bescherming tegen discriminatie zo uit te breiden tot eenieder die discriminatie ondervindt omwille van de genderidentiteit of genderexpressie. De doelstelling hiervan is de bescherming tegen discriminatie uit te breiden naar alle transgender personen en niet alleen bescherming te bieden aan de personen die een behandeling ter verandering van het geslacht voorzien, aan het ondergaan zijn of ondergaan hebben.
Privérelaties, (seksuele) intimidatie in arbeidsrelaties of delicten die onder andere wetten of KB’s vallen, of die een gemeenschaps- of gewestbevoegdheid aangaan, vallen niet onder deze wet. Indien iemand slachtoffer is van pesterijen of seksueel ongewenst gedrag op de arbeidsvloer, dan wordt de Wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (1996) toegepast (Welzijnswet). In dit geval kan het slachtoffer zich wenden tot de preventieadviseur van de interne of externe preventiedienst van de werkgever (of de vertrouwenspersoon en/of de vakbondsafgevaardigde). Aan de Welzijnswet werden in 2014 tevens de gronden genderidentiteit en genderexpressie toegevoegd.
Op 25 juni 2017 werd een nieuwe wet aangenomen tot hervorming van regelingen inzake transgenders wat de vermelding van een aanpassing van de registratie van het geslacht in de akten van de burgerlijke stand en de gevolgen hiervan betreft. Deze wet schrapte onder meer de medische voorwaarden voor de wijziging van de genderregistratie, en maakte ook de aanpassing van de voornaam om trans reden eenvoudiger.
Personen die overtuigd zijn dat hun genderidentiteit niet overeenkomt met het geslacht dat hen bij hun geboorte werd toegeschreven, kunnen dankzij deze wet hun geslachtsregistratie in hun geboorteakte laten aanpassen. Dit kan sinds de wet van 20 juli 2023 tot wijziging van diverse bepalingen over de aanpassing van de geslachtsregistratie, die op 1 oktober 2023 in werking trad, via een vereenvoudigde procedure.