2021Lokaal04 - klimaatbeleid.png
Provider image

De noodzakelijke energietransitie is geen evidente opdracht en vraagt een innovatieve manier van werken. De Nederlandse gemeente Heerlen toont hoe je daaraan begint. Ze gebruikt een minder evidente warmtebron om warmtenetten te voeden, mijnwater namelijk. Een methode die goed blijkt te werken, want al 4,1 procent van de woningen is aardgasvrij, daarmee is Heerlen koploper in Limburg.

Naar aanleiding van de aardbevingen in Groningen besliste de regering dat Nederland in 2050 aardgasvrij moet zijn. In 2030 zou al een op de vijf woningen aardgasvrij moeten zijn, oftewel zo’n anderhalf miljoen. Daarnaast ondertekende Nederland net zoals België het Akkoord van Parijs. Beide elementen waren een reden om een ambitieus energiebeleid op te zetten. De doelstellingen zijn er, maar de weg ernaartoe is niet evident. Net als in Vlaanderen duiken er financiële en wetgevende problemen op, maar er zijn ook gemeenten, zoals Heerlen, die wel al ver staan. De stad heeft al langer ambitieuze doelstellingen en ook de medewerkers geven duidelijk aan wat ze bereiken met de aangewezen middelen, zodat er geen onmogelijke verwachtingen worden geschapen. Dit alleen al is doorslaggevend.

Heerlen moet daarnaast net zoals alle andere Nederlandse gemeenten veel actie ondernemen van het Rijk. Zo moet de gemeente samen met de regio een programma ‘Regionale Energie Strategie’ (RES) en een ‘transitievisie warmte’ opstellen. Het doel van deze plannen is na te gaan hoe er ter plaatse duurzame energie kan worden opgewekt. Naast wind en biomassa wordt er ook gekeken naar bodemenergie. En net die bodemenergie speelt een belangrijke rol in het aardgasvrij maken van woningen.

 

Koploper door oude steenkoolmijnen

De gemeente Heerlen was in het verleden een mijnwerkersstad, ze zorgde voor de energievoorziening van Nederland. Jaren na de sluiting kunnen de mijngangen Heerlen helpen om weer een centrale rol te spelen in de energietransitie.

De mijngangen zijn intussen volgelopen met water. Met het project ‘MijnWater’ wil de gemeente nagaan hoe ze zowel het warme als het koude water uit de mijnwatergangen kunnen hergebruiken. Het idee ontstond om het waterreservoir te bekijken als een accu, een thermische batterij waar je ’s zomers energie in opslaat en in de winter de energie van gebruikt. Het idee is eenvoudig, maar de toepassing is vernieuwend.

 

Het vijfdegeneratieprincipe

Voor het gebruik van mijnwater werd een nieuw concept ontwikkeld: het vijfdegeneratieprincipe, een warmtenet dat werkt op lage temperatuur. Door die lage temperaturen in het net kunnen veel verschillende bronnen worden gebruikt, want zodra een stroom een temperatuur boven 28°C bereikt, wordt die direct ingevoerd in een warmtebuis. Niet elke gemeente heeft uiteraard mijngangen, maar elke gemeente heeft wel pakweg een supermarkt met een koelsysteem of rioolwater. Dergelijke kleinere warmtebronnen worden in Heerlen ook benut.

Als bronnen op een bepaald moment niet gebruikt worden, worden ze via het netwerk gemakkelijk gedeeld met andere gebruikers. Zo worden ze dus optimaal gebruikt. Waar hogere temperaturen nodig zijn (zoals voor sanitair warm water), wordt gewerkt met warmtepompen, zodat enkel elektriciteit en geen aardgas nodig is. •

 

Elke De Taeye is VVSG-projectmedewerker data, tools en communicatie bij het Netwerk Klimaat
Voor Lokaal 04 | 2021

Wil je meer weten over dit project? Herbekijk dan het webinar op vvsg.be. Wil je je verder laten inspireren? Schrijf je dan in voor het maandelijkse webinar van het Netwerk Klimaat. 

 

Vijf principes voor het vijfdegeneratieprincipe

  • Sluit je kringlopen.
  • Gebruik je bronnen zo goed mogelijk.
  • Ga alleen warmte opwekken en plaatsen als er een vraag is.
  • Ga voor een geïntegreerde organisatie van energiestromen.
  • Gebruik eerst lokale, plaatselijke bronnen.