Hoe zullen handhavers artikel 5.5 van de Vlarema toepassen bij de controle van een inzamelaar?
Er zal bijvoorbeeld gecheckt worden of er een visuele controle van containers gebeurt.
- Heeft de inzamelaar een non-conformiteitenregister?
- Worden fouten consequent geregistreerd?
- Maakt u overzichten van de sorteerfouten naar klanten op?
- Voldoet afval van individuele inzamelingen (afzetcontainers) aan de resultaatsvoorschriften en wordt het indien nodig nagesorteerd alvorens naar verbranding af te voeren ?
De handhavers kunnen daarbij ook op het terrein gaan. De focus ligt op controle van de te volgen stappen in de keten en minder op discussies over bijvoorbeeld specifieke non-conformiteiten.
Moet er door de inzamelaar een non-conformiteit opgemaakt worden als het afval uit een uithuiszetting of een ontruiming (is een bevel van de burgemeester om bijvoorbeeld een gezondheidsrisico te vermijden) niet-gesorteerd kan worden aangeleverd?
Een inzamelaar moet in eerste instantie een procedure hebben om te inspecteren op non-conformiteiten en erover te rapporteren. Speciale gevallen, zoals sterk vervuilde of onhygiënische goederen bij een uithuiszetting, kunnen beargumenteerd worden. Er is in de Vlarema-wetgeving (artikel 5.5.1.1) immers een uitzondering voorzien dat de regels rond inzameling van bedrijfsrestafval (waaronder opmaak van non-conformiteiten) niet van toepassing zijn op bedrijfsrestafval dat op basis van andere wetgeving of op bevel van de politie of bevoegde autoriteiten onmiddellijk vernietigd moet worden zonder verdere bewerkingen. In het geval van ontruimingen kan dit artikel mogelijk van toepassing zijn. Op termijn zal het waarschijnlijk wenselijk zijn om de sorteeraanpak bij uithuiszettingen en ontruimingen verder wetgevend te verduidelijken
Als er in een 1100l-container voor restafval sorteerfouten zitten vanaf hoeveel stuks per deelstroom moet de container worden afgekeurd?
In principe moet bij elke sorteerfout die bij de visuele controle wordt opgemerkt een non-conformiteit worden opgemaakt. Denuo heeft voor de private afvalinzamelaars hier zelf praktische richtlijnen voor uitgewerkt. Het is aan de inzamelaar zelf om hier richtlijnen over te ontwikkelen en deze op te volgen In de praktijk is het belangrijkste dat er een non-conformiteitenprocedure is, waarbij een signaal naar de klant gaat dat als er duidelijke sorteerfouten zijn.
De resultaatsvoorschriften uit artikel 5.5.4.4. geven aan wat er bij individuele inzamelingen (vooral afzetcontainers) nog in het restafval mag zitten als het naar verbranding wordt afgevoerd. Dit staat op zich los van het opmaken van non-conformiteiten. Voor sommige stromen kan dit wel een leidraad zijn. Maar voor glas bijvoorbeeld staat er niks in de resultaatsvoorschriften (wegens moeilijk na te sorteren). Het spreekt voor zich dat er wel een non-conformiteit moet worden opgemaakt naar de klant indien er een aanzienlijke hoeveelheid glas in het restafval aanwezig is.
Een inzamelaar moet geen non-conformiteit opmaken als niet-vervuilde fracties in 1 recipiënt worden ingezameld mits nasortering is gegarandeerd?
Het gaat hier niet om restafval. Bepaalde droge niet-gevaarlijke en recycleerbare fracties mogen samen ingezameld worden. Het gaat daarbij om een inzameling van enkele selectieve fracties samen. Dit wordt in (toekomstige) Vlarema 9 normaalgezien beperkt tot papier/karton, folies, harde kunststoffen, hout en metalen. Andere afvalstoffen mogen niet in dergelijke container zitten, anders is het wel een restafvalcontainer en moeten er dus wel non-conformiteiten worden opgemaakt. Voor zulke inzameling moet ook een specifiek contract worden opgemaakt en in de transportdocumenten een andere Eural-code worden vermeld dan voor restafval (op dit moment 20.03.99 ipv 20.03.01).
Deze gezamelijke manier van inzameling voor droge, niet-gevaarlijke, recycleerbare fracties is logistiek soms een oplossing als er weinig plaats is om verschillende containers te plaatsen. Of dit financieel voordelig is, is onduidelijk (nasortering is verplicht, maar slechts 1 ophaling nodig, lagere heffingen als hierdoor restafval vermeden wordt,…)
Naast de specifieke mogelijkheid om bepaalde droge niet-gevaarlijke en recycleerbare fracties samen in te zamelen, kan je ook werken met een inzameling ‘recipiënt in recipiënt’, bijvoorbeeld een foliezak bovenop een papier en karton-container. Dit is vaak een beter alternatief, omdat de nasortering dan erg makkelijk is, waardoor de extra kosten voor nasortering beperkt zijn.