samen inburgeren Karine in Asse_1.jpg
Provider image

Minister van Samenleven Bart Somers wil een vierde pijler toevoegen aan het huidige inburgeringstraject. Hij wil inburgeraars een buddyproject van veertig uur laten volgen, met een kennismakingsstage bij een bedrijf, vereniging, organisatie of lokaal bestuur, of in vrijwilligerswerk. Het moet hen helpen zich te integreren en een netwerk op te bouwen. De lokale besturen ziet hij als regisseur van dit aanvullende traject. Lokaal nam poolshoogte in Asse en Merelbeke waar ze al enkele jaren succesvol met buddy’s werken.

‘We zijn in 2012 gestart met het project Samen Inburgeren,’vertelt Katrijn Meert, diensthoofd sociale zaken en integratie in Asse. Bij samen inburgeren vormen we duo’s, iemand die goed Nederlands praat en iemand die Nederlands wil oefenen. We matchen geïnteresseerden tijdens een kennismakingsgesprek. Daarbij houden we rekening met woonplaats, leeftijd, gezinssituatie en interesses. Uit ervaring weten we dat hoe dichter mensen bij elkaar wonen, hoe groter de kans wordt dat het duo standhoudt. De sterkte van het project ligt echter ook in de flexibiliteit: de duo’s starten en stoppen wanneer ze zelf willen. Ook de frequentie van afspreken kiezen de duo’s zelf. Dat maakt dat er geen druk ervaren wordt bij de deelnemers.  ‘

‘De toestroom van vluchtelingen twee jaar geleden vormde in Merelbeke de aanleiding,’ zegt Huguette Roosendans, coördinator sociale dienst in Merelbeke. ‘We kregen veel spontane reacties van burgers die aanboden vrijwilligerswerk te doen. Toen we ook Vlaamse projectmiddelen (voor de integratie van vluchtelingen) kregen, besloten we die in te zetten en onze LOI-medewerker vrij te stellen om twee initiatieven verder uit te werken: een buddywerking en het ABCafé. Dat laatste is een tweewekelijkse praatgroep in ons lokaal dienstencentrum, daar kunnen mensen hun Nederlands oefenen. Enkele vrijwilligers gaven immers aan wel iets te willen doen, maar niet meteen als buddy.’

Intussen is de buddywerking er in Merelbeke niet alleen meer voor de LOI-bewoners. ‘We hebben het snel verruimd naar alle inwoners van buitenlandse origine die we kennen via het OCWM, dus niet enkel de nieuwkomers of inburgeraars,’ zegt Huguette Roosendans. ‘Voor inwoners waarvan we het gevoel hebben dat ze het niet redden zonder steun of ook voor jongere mensen die een duwtje kunnen gebruiken voor het opbouwen van een netwerk, zoeken we een buddy. De buddywerking loopt ontzettend goed, we zijn daar heel tevreden over. We merken zelfs dat als nieuwkomers verhuizen, de buddy’s dikwijls nog contact houden. Intussen hebben we in Merelbeke een twintigtal buddy’s.’

In Asse zijn er dit jaar al 23 duo’s bijkomend gevormd, om de twee weken komt er een nieuw duo bij.  ‘Toch  blijft het een uitdaging in Asse om voldoende vrijwilligers-coaches te vinden, maar we merken wel dat de zoektocht naar coaches minder intensief is dan in de eerste jaren. Coaches komen  zich nu spontaner aanmelden via netwerken  en vrienden. Inburgeraars bereiken we gemakkelijk in de lessen NT2 en op onze infopunten,’ zegt Katrijn Meert. ‘Opvallend hierbij is dat we steeds een wachtlijst hebben van inburgeraars. Veel cursisten geven aan dat ze alleen maar Nederlands praten in de les NT2, terwijl ze hun Nederlands graag veel meer in de praktijk willen oefenen. Door samen met een coach af te spreken kunnen ze op een informele manier Nederlands spreken waardoor ook de drempel om Nederlands te praten in het dagelijks leven kleiner wordt.’

In Merelbeke is vrijwilligers vinden tot nu toe geen probleem geweest. ‘We hebben altijd al genoeg geëngageerde mensen gevonden, dikwijls door mond-tot-mondreclame,’ zegt Huguette Roosendans. We organiseren ook vaak vrijwilligersmarkten om voor onze gehele dienstverlening vrijwilligers te zoeken. Ook bij activiteiten van collega-diensten van bijvoorbeeld de Noord-Zuidwerking wordt onze werking toegelicht en dit levert vaak nieuwe vrijwilligers op,’ zegt Roosendans nog.

Ondersteuning

De intentie van de minister wordt goed onthaald, maar de vraag om dit ook verder in personeelstijd te ondersteunen valt meteen. ‘In het begin was het serieus investeren om het project bekend te maken. Naarmate het project langer bestaat, komen mensen zich spontaan aanmelden. Een coördinator is dus zeker een noodzaak,’ zegt Huguette Roosendans. ‘Je moet blijven investeren in het ondersteunen van die capaciteit. Je moet de vrijwilligers begeleiden, hun vorming geven, maar ook waarderingsbeleid uitbouwen. Continuïteit van een enthousiaste lokale medewerker met een goed verankerd lokaal netwerk is ook cruciaal. We hebben veel geluk dat onze LOI-medewerker deze taak enthousiast invult naast haar LOI-opdracht. Zij besteedt een dag in de week aan de werking en begeleiding van de buddy’s en het ABCafe.’

De ervaringen in beide gemeenten zijn zonder meer positief. ‘In Merelbeke besloot het bestuur de werking van de buddy’s en het ABCafé structureel te verankeren. Het bestuur vindt het belangrijk dat ook de inwoners met een migratieachtergrond aansluiting vinden in de gemeente. We trachten ook de nieuwkomers zinvolle tijdsbesteding te geven. We hebben een vluchteling die nu vrijwillig sportcoach is geworden in de atletiekclub. Ook op tal van evenementen proberen we nieuw- en oudkomers als vrijwilliger in te schakelen.’ Het is volgens Huguette Roosendans dankzij dit succes dat de gemeente blijvend werk maakt van integratiebeleid in de meerjarenplanning.

Ook in Asse zijn de duo’s ondertussen tot een vast onderdeel van het lokale inburgerings- en integratiebeleid. ‘Sinds 2012 hebben we zo’n 131 duo’s van Samen Inburgeren gevormd. Een paar duo’s bestaan al sinds de start van het project. Er groeien (h)echte vriendschappen, een coach is zelfs al meter geworden van het kindje van een inburgeraar. Uiteraard loopt het niet altijd zo vlot.’ Met dit project werkt de dienst aan verschillende doelstellingen van heet integratiebeleid: van beeldvorming over nieuwkomers, over het creëren van oefenkansen Nederlands, en het toeleiden van inburgeraars naar werk of het vrijetijdsaanbod, maar ook het werken aan sociale cohesie. ‘Om de twee jaar doen we met onze duo’s mee aan de Hopduvelstoet. De deelnemers zijn ongelooflijk fier om te laten zien dat ze deel uitmaken van de Assese gemeenschap. Drie of vier keer per jaar organiseren we een activiteit voor alle duo’s: het zijn fantastische bijeenkomsten waar iedereen met iedereen praat. Het zijn momenten waarop we het engagement van de deelnemers erkennen en waarop we op een informele manier te weten komen waar er noden zijn. Die kennis gebruiken we om ons integratiebeleid bij te sturen.’

Toch nog een kanttekening. Katrijn Meert: ‘Onze duo’s vormen een van de vele acties voor de nieuwkomers zoals onze informatiepunten en praatgroepen. De uitdagingen in onze gemeente blijven echter groot.  Zo is in onze deelgemeente Zellik 82 % van de 0- tot 2-jarigen van vreemde origine. Dit toont aan dat integratie een thema is voor alle beleidsdomeinen.’

Sabine Van Cauwenberge is VVSG-stafmedewerker integratiebeleid

Twee jaar geleden las Katrien in het informatieblad van Merelbeke dat het OCMW vrijwilligers zocht. ‘Dat leek me wel wat. Een tijdje na het informatiemoment kreeg ik een eerste aanvraag. Die mevrouw zocht een school voor haar kind, maar daarna is het contact stilgevallen en ben ik met een Syrisch gezin op zoek gegaan naar een vrijetijdsbesteding voor de drie kinderen. Met hen heb ik nog contact, ik heb hen drie weken geleden nog gezien. Sinds eind september heb ik van het OCMW een nieuwe vraag gekregen om buddy van Luwam te zijn.’ Luwam is begin dit jaar haar man vanuit Eritrea gevolgd en is nu zwanger. Katrien geeft haar de nodige ondersteuning. ‘Ze mist haar moeder en de rest van haar familie. Hij is hier al een jaar of vier en heeft werk. Samen met Luwam heb ik praktische zaken geregeld, we zijn naar de mutualiteit geweest en hebben een bankrekening in orde gemaakt voor de kinderbijslag.’ Ze zijn ook samen bij de gynaecoloog geweest en Luwam wil graag dat Katrien de volgende afspraken ook meegaat. ‘Bij een lunch bij me thuis hebben we ook foto’s bekeken en elkaar beter leren kennen. Daar doe ik het voor, het zijn mensen die een heel ander leven leiden. Het is knap dat Luwam al aardig Nederlands spreekt, maar echt moeilijkere verhalen kan ze nog niet vertellen.’

Katrien is erg te spreken over het OCMW, ze kan altijd bij Katrijn Merckx terecht met vragen. ‘Ze is zo enthousiast en straalt dat ook op ons af. Het is fijn dat het OCMW hierin de energie steekt en moeite doet om de vrijwilligers te enthousiasmeren en te informeren.’

Brussel vanaf 31 januari Vormingstraject lokale integratiemedewerkers

In 2020 willen het Agentschap Integratie en Inburgering samen met de VVSG de gemeenten nog beter ondersteunen om werk te maken van inclusief integratiebeleid. Ben je zelf relatief nieuw als integratie- of diversiteitsmedewerker? Of heb je collega’s die pas gestart zijn? Dan is het nieuwe vormingstraject voor lokale integratiemedewerkers iets voor jou of je collega’s.

Binnen dit vormingstraject ga je aan de slag met denkkaders, werkmodellen en tools om het integratiebeleid voor je gemeente uit te tekenen. Je bouwt aan transversaal en inclusief beleid: het maakt deel uit van zoveel mogelijk lokale beleidsdomeinen en het zit ingebakken in de uitvoering van deze domeinen. Ervaren begeleiders en experts zijn je gidsen tijdens dit traject.

Je volgt het samen met medewerkers van andere lokale besturen. Zo wissel je ideeën en ervaringen uit over de gemeentegrenzen heen. Je zoekt hierbij naar antwoorden op vragen als: Welke stappen kun jij als medewerker zetten om de toenemende diversiteit bij je bevolking te managen? Hoe zet je samenwerking op met andere diensten en organisaties? Hoe ontwikkel en realiseer je doeltreffend lokaal integratiebeleid?

Het vormingstraject bestaat uit zeven sessies van januari 2020 tot januari 2021, plaats van afspraak is het Hendrik Consciencegebouw.

www.integratie-inburgering.be/vormingstraject of vvsg.be/opleidingen