De torenhoge inflatie van het voorbije jaar heeft de financiële buffers van de Vlaamse
gemeenten en OCMW’s aangetast. Dat blijkt uit een VVSG-analyse van 298 van de 300
gemeentelijke jaarrekeningen (99,3%) die beschikbaar zijn in de BBC-databank. De
betrokken gemeenten vertegenwoordigen samen 99,7% van de Vlaamse bevolking.
De exploitatie-uitgaven van de Vlaamse gemeenten en OCMW’s nemen in 2022 met maar liefst 9,3% toe. Ter vergelijking: in de periode 2014-2021 bedroeg de gemiddelde jaarlijkse stijging maar 2,2%. Vooral de uitgaven voor hulpverlening door het OCMW (+17,8%), goederen en diensten (+17,3%) en bezoldigingen (+7,9%) gaan in 2022 fors hoger. De absolute uitschieters zijn wel de energie-uitgaven die met 84,4% stijgen. Alle Vlaamse gemeenten en OCMW’s samen betalen in 2022 ongeveer 212 miljoen euro meer voor elektriciteit, aardgas en stookolie dan het jaar ervoor.
Tegen de algemene stijging in gaan (andermaal) de rente-uitgaven. Ondanks de hogere intrestvoeten en de stijging van de uitstaande schulden (zie verder) dalen die toch nog met 3,2%. In 36% van de Vlaamse gemeenten nemen de rente-uitgaven tussen 2021 en 2022 wel al toe. Het ziet ernaar uit dat dit de komende jaren op steeds meer plaatsen het geval zal zijn.
Vertraging
De exploitatie-ontvangsten groeien in 2022 maar met 5,5%, maar toch een pak meer dan het gemiddelde van de periode 2014-2021 (2,1%). Veel besturen hebben de tarieven voor de geleverde dienstverlening intussen geïndexeerd, want die inkomsten stijgen met 9,6%. De ontvangsten uit belastingen en uit subsidies groeien met respectievelijk 5,7 en 6,3%, een stuk minder dus dan de inflatie en de algemene uitgavenstijging. Voor de opcentiemen op de onroerende voorheffing (+4,7%) en de aanvullende personenbelasting (+5,9%) speelt er immers een vertraagd effect: de kadastrale inkomens werden pas begin 2023 geïndexeerd, en de aanvullende personenbelasting op de aan de index aangepaste lonen komt pas dit en volgend jaar binnen.
Ook uit algemene subsidiëring mogen lokale besturen in 2023 extra middelen verwachten, want de Vlaamse regering trekt boven op de normale groei van het Gemeentefonds met 3,5% dit jaar 93,5 miljoen euro uit als gedeeltelijke compensatie voor de sterk gestegen personeels- en energiekosten. Ook in 2024 en 2025 blijft die compensatie trouwens bestaan.
De al langer aan de gang zijnde terugval van de gemeentelijke financiële ontvangsten (met vooral dividenden uit participaties) gaat ook in 2022 door met een daling met ruim 56 miljoen euro of 14,1%.
Investeringen
Doordat de exploitatie-uitgaven veel sterker groeien dan de exploitatie-ontvangsten, zien gemeenten en OCMW’s het exploitatiesaldo, een belangrijke financieringsbron voor de investeringen, in 2022 met 20,7% of ongeveer 365 miljoen euro terugvallen. Toch blijven de lokale investeringen in materiële vaste activa op peil: ze zouden voor 2022 uitkomen op zowat 2106 miljoen euro, een toename met 150 miljoen euro of 7,6% tegenover een jaar eerder. Rekening houdend met de sterk gestegen bouwkosten, gaat het in reële termen echter om een daling. We zien trouwens dat de algemene stijging van de lokale investeringsuitgaven het gevolg is van een groei bij 53% van de besturen en een daling bij de overige 47%.
Lokale besturen kennen ook voor ruim 18 miljoen euro meer investeringssubsidies toe aan andere actoren (+6,8%).
Schulden
Gemeenten en OCMW’s kunnen hun hogere investeringsniveau bij een gekrompen exploitatiesaldo niet opvangen met meer investeringssubsidies van andere overheden. Integendeel zelfs, want die dalen in 2022 met 11,2% of ruim 41 miljoen euro. Ook de verkoop van eigen gronden en gebouwen krimpt lichtjes (-0,6%). Per saldo moe
ten veel besturen dus wel wat meer gaan lenen. Daardoor nemen de uitstaande schulden met 3,5% toe, een aangroei met 282 miljoen euro. De stijging van de lokale schulden is echter geen algemeen fenomeen, want 65% van de besturen ziet de financiële verplichtingen in 2022 nog dalen. We geven nog mee dat de groei van de totale uitstaande schulden niet meteen dramatisch hoeft te zijn, want de voorbije jaren was er een vrijwel permanente afbouw.
Spaarpot
De globale gemeentelijke spaarpot (uitgedrukt als het beschikbaar budgettair resultaat) zou voor 2022 3183 miljoen euro bedragen, of 309 miljoen euro minder dan een jaar eerder (-8,8%). De autofinancieringsmarge (AFM), een goede indicator voor de financiële gezondheid, ramen we momenteel op 734 miljoen euro, terwijl die eind 2021 nog 1093 miljoen euro bedroeg, een daling met 32,9%. De AFM van de Vlaamse gemeenten en OCMW’s zit daarmee op het laagste niveau sinds 2014. Positief is dan weer dat maar 29 van de 298 gemeenten (9,7%) een negatieve AFM laten optekenen. Op zich hoeft dat geen probleem te zijn, want pas in 2025 moet de (geplande) AFM boven 0 uitstijgen. Het aantal besturen met een negatieve AFM is tegenover 2021 (9) wel fors gestegen.
We geven tot slot nog mee dat de Vlaamse gemeenten en OCMW’s eind 2022 een bedrag van bijna 3,9 miljard euro aan liquide middelen en beleggingen op de bankrekening hebben, wat zelfs een kleine stijging is tegenover een jaar eerder. Thesaurieproblemen hoeven de meeste besturen dus niet meteen te vrezen. —
Jan Leroy is senior expert data en analyse VVSG | Beeld Stefan Dewickere
Voor Lokaal 09 | 2023