lokaal_20230501_34_detoekomst.png
Provider image

Voor Marianne Lefever is gezondheid geen aparte discipline, maar een lens om te kijken naar al wat een overheid doet. Een goede omgeving verbetert niet alleen de gezondheid maar ook de kansen in het leven.

Marianne Lefever is architect, futurist en expert in het ontwerpen van gezonde steden. Ze heeft meer dan vijftien jaar ervaring in het duurzamer, gezonder en prettiger maken van steden in Europa en Noord-Amerika. Hierover is ze een begenadigd verteller. Zie: mariannelefever.com.

‘Je fysieke omgeving werkt in op je welzijn. Wie veel slechte lucht ademt, heeft op latere leeftijd meer kans op dementie. Hoe een wijk of een stad wordt opgebouwd heeft invloed op hoe je leeft, hoe je sociale connecties zijn en welke kansen je hebt. Het gaat dus niet over de aanleg van een centrum of een mooi plein maar wel over aandacht geven op alle niveaus, omdat elke beleidsbeslissing op een of andere manier bijdraagt tot de gezondheid van de bevolking. Anders gezegd: neem alleen beslissingen met een positieve impact op gezondheid, anders moet je ze later compenseren in de zorg. Gezondheid is een lens om te kijken naar al wat je doet.’

‘Schotland, Nieuw-Zeeland en IJsland zijn zich hier al van bewust. Zij noemen het BNP voorbijgestreefd en gebruiken het Wellbeing Economy-model met 42 indicatoren die de welvaart en gezondheid van hun burgers beïnvloeden, en elke beleidsbeslissing houden ze tegen die lat van 42 indicatoren. Zo moet je bij het herbekijken van de mobiliteit rekening houden met inwoners van de wijken. Ouderen en kinderen lopen het hoogste risico bij luchtverontreiniging en voor verkeersongevallen. Een nieuwe doorgangsweg in hun wijk brengt voor die groep nog meer negatieve gevolgen mee.’

‘In steden zie je nog oude wijken met weinig groen, dicht bij de spoorweg of de ring, waar het vele lawaai het nachtpatroon en dus het bioritme verstoort, zodat de hormonale cyclus in de war geraakt en mensen meer risico op overgewicht krijgen. Dat hangt allemaal samen.’

‘Bij het uitrollen van warmtenetten is het interessant om te kijken wie er het meest baat bij heeft. Armere mensen huren meestal vochtige huizen met slechte isolatie, hun kinderen krijgen daardoor meer last van astma of immuniteitsziekten, waardoor ze vaker ziek zijn en dus meer achterop geraken. Bij de energietransitie spits je je als bestuur dus beter niet toe op de rijkste maar wel op de armste wijken waar mensen het meest baat hebben bij de transitie. Hier moet de overheid een stimulerende rol opnemen. Voor de middenklasse kan ze beter faciliterend werken, met groepsaankopen bijvoorbeeld.’ 

‘In Nederland stijgt het BNP met anderhalve procent, maar ook de armoede. Het verschil tussen arm en rijk wordt groter. Als je als overheid iets wilt doen aan armoedebestrijding, zet dan in op een gezonde leefomgeving; dat betekent kwaliteitsgroen binnen loopafstand en veilig sporten in de wijk. Maar ga eerst in dialoog met de mensen. Zo was er in Dordrecht een wijk met een laag sociaal profiel waar de mensen weinig buitenkwamen. Die wijk lag dicht bij de rivier.

Om die wijk op te waarderen en de bewoners te stimuleren om meer buiten te komen, dacht de gemeente aan een strand. De bewoners, vooral met een migrantenachtergrond, kwamen in opstand, ze vonden het onveilig, want vele ouders en kinderen konden niet zwemmen. Samenkomen deed de buurt in de vroegere basisschool in het centrum waar ook een voetbalterreintje was en wat speelruimte. Daar zat dus alle energie. Als overheid moet je in gesprek gaan met bewoners voor er plannen zijn. Wat leeft al? Wat heeft iedereen nodig om – in dit geval – meer te bewegen?’

‘Wat de ene fijn lijkt, is dat niet voor een ander, wat ontwerpers aantrekkelijk lijkt, is dat niet per se voor de bewoners. In plaats van het van bovenuit op te leggen kun je maar beter in gesprek gaan. Om kindvriendelijker te zijn vullen veel steden verharde pleintjes met een speeltuig. Een triestig gezicht, en niemand gebruikt ze, want kinderen en grootouders zijn gevoelig voor hittestress. Kindvriendelijkheid mag je dus niet verengen tot een speeltuig en fysieke beweging niet tot een Finse piste. Het gaat om het volledige netwerk van de stad.’

‘De trendy natuurspeelpleinen zijn goed voor de gezondheid, het helpt tegen het natuurtekortsyndroom, de fysiologische en psychologische problemen door een gebrek aan contact met natuur. In de eerste levensjaren zou je met vijf verschillende biotopen in contact moeten komen zoals bos, strand en wei. Dat is goed voor je microbiologisch systeem, nodig om een rijke darmflora en sterke gezondheid te kweken. Want we verliezen niet alleen biodiversiteit aan de grote kant met dieren en planten maar ook op micro-bio-niveau. Hoe minder diverse microben, hoe gevoeliger je wordt voor ziekten.’

‘In de 15 minutenstad Parijs heeft elke wijk een kiosque citoyen met gemeentelijke diensten, zodat het bestuur dichter bij de mensen komt. Dit zou je nog kunnen aanvullen met een postpunt, de verhuur van deelbakfietsen of een plaats om te coworken. Nu voor veel bedrijven thuiswerk de norm is, vereenzamen de werknemers, want vrije tijd wordt werktijd, en dit vergroot de kans op een burn-out. Door samen met de buren te werken leren mensen elkaar beter kennen en spreken ze misschien zelfs af om op zaterdag te voetballen. Met deze sociale cohesie oogst je veel gezondheidsvoordelen. Die fysieke ruimte moet kwaliteit hebben, maar het kan ook een caféterras zijn. Het moet een plek zijn waar je spontaan en informeel mensen tegenkomt.’

‘Als je interactie tussen de mensen wilt, moet je hen volgens Jan Gehl vertragen tot wandelritme. Door dagelijks te voet naar je voorzieningen te gaan verbetert de veiligheid en de sociale cohesie in de wijk, waardoor mensen meer voor elkaar gaan zorgen. Waar buren elkaar niet kennen is er meer verloop in de wijk en spelen kinderen veel minder buiten, want de ouders zijn bang voor onbekenden en het verkeer. Daarom mag in een gemeente gezondheid geen aparte discipline zijn, maar wel de bevoegdheid van een team experts die de link tussen de fysieke omgeving en gezondheid begrijpen en met die kennis in het achterhoofd de verschillende diensten adviseren.’

‘In Amsterdam verdwijnen de bruine kroegen, het worden cocktailbars, locaties met een hoge drempel. Als stad kun je bruine kroegen ondersteunen, zodat ze hun sociale functie behouden. Je kunt ze andere huurprijzen geven of zelfs een stuk bijleggen. Als je dat niet doet, zul je het elders betalen, het zijn communicerende vaten.’

‘De gemeente kan preventieve gezondheid verbeteren door te vergroenen, de luchtkwaliteit te verbeteren en de voorzieningen toegankelijker te maken. Gedrag en omgeving bepalen onze gezondheid voor zeventig procent. Daarom hebben de jarenlange campagnes voor gezond eten en meer bewegen niet het gewenste effect gesorteerd. Het gaat niet alleen om het individuele gedrag, maar ook om de omgeving.’—

 

Marlies van Bouwel is redacteur Lokaal | Beelden Stefan Dewickere
Voor Lokaal 05 | 2023