Ondertussen ben ik al ruim zes jaar verkast naar Noorwegen. Néé, niet het Hoge Noorden, en u hebt mij ook niet bij Annemie Struyf gezien. Ik woon in het zuiden, in een streek die de Noorse Riviera genoemd wordt, een mooie plek dicht bij de zee en de scherenkust, met bergen en bossen en allerlei interessante beesten zoals elanden en andere hertensoorten. En nee, wij zitten niet de helft van het jaar in het donker. De kans op een witte kerst is nauwelijks groter dan in België, de sneeuw komt gewoonlijk pas na Nieuwjaar.
De komende maanden wil ik u onderhouden met een Scandinavische kijk op lokaal bestuur.
Ik begin maar meteen met afvalverwerking, sorteren en aanverwante, dan hebben we dat al gehad. Het is me al meer opgevallen dat nogal wat landen met grote trots melden dat zij de beste sorteerders van de wereld zijn. Jullie doen dat, de Noren doen dat ook. De Mexicanen niet, daar gebeurde het sorteren door straatarme stakkers die met een handkar of een grote juten zak langs alle plekken sjokten waar mensen hun afval achterlieten. De overheid deed nochtans ook geregeld haar best, en een van mijn vrienden heb ik zelfs in België leren kennen, waar hij een spoedcursus over sorteren, containerparken, compostvaten en nog meer van dat fraais kreeg. Er kwam jammer genoeg een eind aan het project, toen de Vlaamse ngo die het begeleidde, dacht ook iets van Mexico te kunnen opsteken en verdween in een rioolputje van corruptie. Marco ijvert ijverig voort, zonder ngo.
Noorwegen behoort wel tot de flinke sorteerders. Sommige maatregelen en keuzes zullen u bekend voorkomen, zo verschrikkelijk veel manieren om te sorteren en te herwinnen zijn er niet. Het grootste verschil is misschien nog dat glas en metaal hier in één container gegooid en opgehaald wordt. Heel handig, je kunt je lege confituurpot met deksel en al in de bak gooien – wel netjes afwassen eerst! – en de magneet zal het metaal wel van tussen de scherven halen. Papier en plastic hoort ook samen, maar het papier gaat los in de container en het plastic moet in een speciale plastic zak – een plastic plasticzak als het ware – en die moet je vóór de ophaling boven op het papier leggen. Als er geen plaats meer is, mag je hem tussen de papiercontainer en de bak met het keukenafval zetten, niet vastgebonden maar wel klem genoeg om te vermijden dat hij gaat vliegen.
Restafval moet tegenwoordig in een doorzichtige zak. Zwarte afvalzakken worden niet meer aanvaard, niet door de ophalers en ook niet op het containerpark. De uitleg die we daarbij kregen was dat ze bij de afvalverwerker willen kunnen zien of er nog iets recycleerbaars in de zak zit, zodat ze dat er nog uit kunnen halen. Een nobele gedachte, maar zolang we met z’n allen ons restafval nog in zakjes van de supermarkt of de winkel of welk ander verpakkingsmiddel ook mogen stoppen en dan die kleine zakjes rechtstreeks of samen in een doorzichtige afvalzak in de container, lijkt het me toch niet echt nuttig.
Wat ik ongelooflijk fantastisch vind is dat er op elke verpakking een symbool staat dat aangeeft wat je ermee moet aanvangen. Om een tv-programma te parafraseren: Kijk maar op de doos. Dat is soms een hele opluchting, ook voor mij, ook al beschouwde ik mezelf als een ervaren en overtuigde sorteerder. Goed opgevoed indertijd, door OVAM en aanverwanten. Maar toen er op de site van de openbare omroep eens een afvalquizje verscheen, keek ik lelijk op mijn neus.
Het is minder simpel dan ik dacht. Zo kreeg je bij een foto met drie haast identieke koffieverpakkingen, twee hadden zelfs dezelfde kleur, de vraag welke van deze verpakkingen je als plastic mocht/moest sorteren. Allemaal toch? Nee, eentje. De andere bestonden op geheel onzichtbare wijze uit samengesteld materiaal en moesten dus in het restafval. Gebruik dan verdorie allemaal verpakkingen die wél gesorteerd kunnen worden, als ze toch al bestaan, denk ik dan rebels. Ik probeer nu al in de winkel te sorteren en producten te selecteren die aan dit criterium beantwoorden. Maar simpel is het niet, want de fairtradekoffie zit toch wel in een samengestelde verpakking, zeker! En het spijt me voor het milieu en het klimaat, maar die fair trade heeft bij mij toch nog altijd een streepje voor.
Ik doe dus mijn best, maar voor het geval ik me eens vergis, hoop ik toch heel erg dat het systeem van Oslo hier aan de Riviera niet te gauw navolging krijgt. Daar riskeren koppige fout- of niet-sorteerders sinds de herfst duizelingwekkende boetes. Botervlootjes bij het restafval gestopt in plaats van bij het plastic? Dat is dan 12.230 kronen (zowat 1200 euro). En u die dacht dat het vervelend was dat de pmd-zak aan de deur was blijven staan met een rode sticker erop. —
Nora Van Meeuwen is columnist van Lokaal
Beeld Freepik
Voor Lokaal 01 | 2023
PS Het statiegeld op drankblikjes en petflessen bestaat hier al jaar en dag, en het werkt. Als een fluitje van een cent. Een fluitje van een cent daarentegen, ik zou niet weten of dat alleen van plastic is of ook een beetje van metaal of zo. Hoe dan ook, het is geen verpakkingsafval, dus het mag niet in de plasticzak.