lokaal_20221201_51_gezondheidswerk.png
Provider image

Belgen zijn gemiddeld veel te vroeg ongezond. In België mogen de inwoners gemiddeld maar 62 tot 64 gezonde jaren verwachten; in Zweden, een land met een vergelijkbaar welvaartsniveau, zijn dat er gemiddeld 72 tot 74 (cijfers 2019). Er is dus dringend actie vereist. Lokale besturen hebben hierin een bijzondere rol te spelen.

Als ons land in alle sectoren en op alle beleidsniveaus een goed gestructureerd preventief gezondheidsbeleid zou voeren, dan konden we jaarlijks tienduizenden vroegtijdige overlijdens vermijden, ziekten met zware behandelingen voorkomen en de levenskwaliteit flink verbeteren. De gezondheidszorg zou zich de komende jaren dan wel in versneld tempo moeten transformeren: van een genezende, curatieve zorg, die mensen probeert te genezen wanneer ze ziek geworden zijn, naar een zorg die erop mikt dat mensen zo gezond mogelijk geboren worden en zolang mogelijk zo gezond mogelijk blijven. Steden en gemeenten kunnen hier veel toe bijdragen.

Preventie, in het bijzonder primaire preventie, is de basis van het nieuwe, geïntegreerde gezondheids- en welzijnsbeleid dat we nastreven. Dat vereist dat vele initiatiefnemers uit de gezondheids- en welzijnssector, maar ook scholen, bedrijven, sociale diensten, sportclubs aan hetzelfde zeel trekken. En er is maar één beleidsniveau dat in staat is al die partners bijeen te brengen en te mobiliseren om hier concreet aan te werken: dat van onze lokale besturen, onze steden en gemeenten. Zij zijn het best geplaatst om alle betrokkenen te doen samenwerken om ervoor te zorgen dat álle inwoners, inclusief de meest kwetsbare, zolang mogelijk gezond blijven.

 

Les uit de coronaperiode

COVID-19 moet ons tot nadenken stemmen. Journalist Guy Tegenbos verwoordt het als volgt: ‘De impact van de coronacrisis (de mortaliteit en de morbiditeit) op onze maatschappij was minder groot geweest als de gezondheidstoestand van de Belg beter was geweest. Het coronavirus besmette immers iedereen die het op zijn weg vond, maar bleek vooral levensbedreigend te zijn voor mensen met onderliggende gezondheidsproblemen: ouderen én jongeren én mensen van middelbare leeftijd met zwaarlijvigheid, chronische longaandoeningen, hoge bloeddruk en diabetes. Bijna al die aandoeningen zijn grotendeels vermijdbaar of alleszins lang uitstelbaar.’ Vaak kunnen ze voorkomen of verminderd worden door ongezond gedrag en ongezonde leefomgevingen te mijden: ongezond eten en drinken, roken en weinig bewegen, werken in ongezonde omgevingen, wonen in ongezonde huizen of in wijken waar het verkeer, houtstook of industriële landbouw de lucht verpesten. Een gezonde levensstijl en een gezonde omgeving kunnen maar liefst 80% van de hart- en vaatziekten en diabetes type 2, en 40% van de kankers voorkomen.

 

Het belang van sociale determinanten

Dr. Wouter Arrazola de Oñate (Public Health) beaamt: ‘Voor een groot deel wordt onze gezondheid bepaald door factoren die niets met de gezondheidssector te maken hebben. Sociale determinanten bepalen voor 80 à 85% hoe gezond en wel een populatie kan leven. Hieronder vallen onder andere de woonen werkomgeving, socio-economische factoren (inkomen, werkgelegenheid, onderwijs, sociale uitsluiting, discriminatie/racisme), gezond milieu en groen, hoe makkelijk of moeilijk het mensen gemaakt wordt om een gezonde levensstijl aan te houden (externe factoren). Ook sociale cohesie en politieke context spelen een belangrijke rol. De puur medische factoren bepalen maar voor 15 à 20% ons gezond en wel zijn. Net daarom is Public Health als vak per definitie transdisciplinair.’

‘Gezondheid is een thema dat als rode draad door het hele gemeentelijke beleid zou moeten lopen: “health in all policies”,’ merkt hij op. ‘Werken aan gezondheid gebeurt dus beter niet enkel in de gezondheids- of welzijnsdienst, maar ook in de seniorendienst, mobiliteitsdienst, sociale dienst, sportdienst, milieudienst, jeugddienst, dienst ruimtelijke ordening, woondienst, groendienst, onderwijs, communicatiedienst en dienst burgerzaken... Kortom, alle lokale diensten en beleidsdomeinen en hun partners moeten samen bewust aandacht schenken aan gezondheid en bij iedere interventie de vraag stellen of die de gezondheid van de inwoner ten goede kan komen, ze moeten bruggen bouwen tussen gezondheid en de andere beleidsdomeinen.’

 

Alle schepenen schepen van gezondheid

Guy Tegenbos: ‘In mijn stad, Herentals, zijn we gestart met een burgerinitiatief. ‘Herentals zorgstad’, en ‘Herentals aan Z’, met de Z van Zorg. Het is de bedoeling – en dat komt stilaan op gang – om van onderuit initiatieven te laten groeien die de gezondheid van de inwoners ten goede komen. Eén project mikt op beweging. Een ander op de inclusie van mensen die aan de rand leven, in de sport en via de sport in het gezondheidsstreven en in de samenleving. Enzovoort. Het is telkens de bedoeling gezondheids- en welzijnswerkers te laten samenwerken met andere mensen en instellingen.’ Het stadsbestuur heeft heel positief ingepikt op dit burgerinitiatief en heeft meteen elke schepen ook tot schepen van gezondheid gemaakt. De schepenen van Sport, van Cultuur, van Wonen, allemaal moeten ze de gezondheid mee als doelstelling integreren in hun beleid. ‘Dat engagement van het stadsbestuur is zeer belangrijk,’ merkt Guy Tegenbos nog op.

 

Sleutelrol voor lokale besturen

Steden en gemeenten hebben de sleutel in handen om de gezondheid van de inwoners te bevorderen. Voor Lieven Janssens, burgemeester van Vorselaar, is dat heel duidelijk: ‘De lokale besturen zijn niet het “laagste” bestuursniveau, maar het “eerste” bestuursniveau, aangezien ze, vanuit hun regiefunctie, als eerste in contact komen met hun burgers. Daar worden de uitdagingen waarmee onze samenleving worstelt, het eerst zichtbaar en daar ontwaren we de contouren van de oplossingen.’

Om gezondheidsuitdagingen het hoofd te bieden is het van fundamenteel belang dat lokale besturen de regie voeren. Gemeenten kunnen immers sterk bijdragen tot oplossingen voor grotere, complexe beleidsuitdagingen zoals klimaat, energie, arbeidsmarkt, integratie, mobiliteit. Ze werken veel meer geïntegreerd, wat essentieel is in dit debat.

Patricia Van Pelt van Logo Antwerpen wijst er dan weer op dat er al tal van concrete instrumenten bestaan om lokaal preventief gezondheidsbeleid vorm te geven. ‘Denken we maar de kadermethodiek Gezonde Gemeente. Die is specifiek ontwikkeld voor lokale besturen en streeft naar meer gezonde levensjaren voor inwoners.’ Verder worden lokale besturen ook financieel gestimuleerd om samen met ten minste één aanpalende gemeente binnen een eerstelijnszone een lokale preventiewerking uit te bouwen. In verschillende regio’s in Vlaanderen is er al zo’n ‘intergemeentelijke preventiewerking (IGP)’ ontstaan. Lokale besturen en Vlaanderen staan samen in voor de financiering ervan. De instap kan heel eenvoudig gebeuren via een aanmelding bij het Agentschap Zorg en Gezondheid. Bedoeling is vooral om expertise uit te bouwen door de middelen te poolen en in de regio een intergemeentelijke preventiewerker aan te werven die aanklampend kan werken bij de verschillende partners. Tegelijk creëert zo’n IGP consequent meer aandacht (en initiatieven) voor preventie.

Een mooi voorbeeld van deze IGP-werking vinden we in Zuid-West-Vlaanderen. Logo Leieland sloeg de handen in elkaar met W13, de intergemeentelijke welzijnsvereniging, en CAW Zuid-West-Vlaanderen. Diederik Derijcke van Logo Leieland licht toe: ‘Een op de vijf jongeren voelt zich niet goed in zijn vel, een op de vier volwassenen krijgt ooit te maken met psychische problemen. Het mentale welbevinden wordt danig op de proef gesteld. Om daar iets aan te doen werkte de intergemeentelijke preventiewerker de campagne kzitermee.be uit. Die heeft een dubbel doel: het taboe op psychische problemen doorbreken onder het motto “blijf er niet mee zitten, praat erover”, en mensen de weg naar de hulpverlening doen vinden.’

 

 

Wat gebeurt er plaatselijk al?

Lokaal kun je echt veel betekenen: als regisseur maar ook als actor, verklaart Lieven Janssens, burgemeester Vorselaar: ‘In Vorselaar creëerden we bijvoorbeeld een eigen brede eerstelijnspraktijk PIOEN waar we heel nadrukkelijk inzetten op preventie. PIOEN staat voor Preventief-Interprofessioneel-Open-Eerstelijns-Netwerk. We werken heel verregaand aan een eigen preventieaanpak in samenwerking met het lokaal dienstencentrum, Thomas More-LiCalab, LOGO, de intergemeentelijke preventiewerking en partners zoals de ziekenfondsen, de huisartsen, apothekers en plaatselijke zorgverstrekkers. We gebruiken daarbij ook een digitale gezondheidsgids (BIBOPP) en deden een grote gezondheidsbevraging bij alle volwassenen in onze gemeente.’

‘Vanuit LOGO Antwerpen zetten wij vooral in op het versterken van gezondheidsvaardigheden bij kwetsbare groepen,’ vertelt Patricia Van Pelt. Ze verwijst hierbij naar het concept van de Gezondheidskiosk, een uniek, innovatief outreachend project, een bindmiddel tussen de buurt en partnerorganisaties in en rond de buurt en het lokale bestuur om samen aan gezondheid te werken en om op deze manier ook heel laagdrempelig kwetsbare doelgroepen te bereiken. Verder pleit Patricia Van Pelt er ook voor gezondheids- en welzijnswerkers, maar ook artsen en apothekers beter op te leiden in het herkennen van de sociale, ruimtelijke, politieke en economische structuren die de gezondheid van hun patiënten sterk beïnvloeden.

Lieven Janssens: ‘In het samenwerkingsverband Neteland zetten we sterk in op preventie, bijvoorbeeld door samen met PIDPA/Hidrodoe, Aqua Flanders, Vlaams Instituut voor Gezond Leven, de vijf gemeenten en 24 basisscholen uit de regio een ambitieus charter te ondertekenen en elkaar te steunen in een moedig beleid met kraanwaterscholen, gezonde tussendoortjes, beweging op school enzovoort. Lokaal kun je echt verbinden en meer geïntegreerd werken.’

‘Dat kan ik alleen maar beamen,’ zegt Patricia Van Pelt. ‘Ik zie ook elders sterke voorbeelden, zoals het geïntegreerd welzijns- en gezondheidsplan van Brussel.’ De manier waarop het plan voor de negentien gemeenten ontwikkeld werd is een schoolvoorbeeld: met inspraak van alle organisaties en van burgers, integratie van sociaal beleid en gezondheidsbeleid, met werktafels per buurt en het opdelen van een grote populatie in zorgzones.

 

Preventie is een investering, geen kostenpost

Journalist Guy Tegenbos: ‘We geven terecht tientallen miljarden uit aan de behandeling van zieke mensen, maar er gaat maar 2,2 procent van het gigantische gezondheidsbudget naar het voorkomen dat mensen ziek worden en dus naar het vermijden dat een groot deel van de 98% andere uitgaven moet gebeuren.’ Wouter Arrazola de Oñate detailleert: ‘Ongezond en onwel zijn kost ons tientallen miljarden euro’s per jaar aan directe kosten voor de ziekteverzekering en aan indirecte kosten ten gevolge van verloren productiviteit.

Luchtvervuiling alleen veroorzaakt een geschat welvaartsverlies van 17 miljard euro per jaar in België. Problematisch alcoholgebruik 9 miljard. Tabak 13 miljard. Voor ongezonde voeding met te veel suiker (o.a. in frisdranken en industrieel bereide voeding), te veel vet, te veel zout, te veel rood vlees hebben we nog geen economische schattingen, maar ook hier is het sterke verband met ziekte en sterfte duidelijk aangetoond. De overtuiging dat toegang tot natuur en parken absoluut noodzakelijk is voor een goede mentale gezondheid, groeit heel snel.’

We moeten ook af van het valse idee dat preventieve interventies pas na vele decennia effect hebben. ‘Het is bewezen dat werken aan obesitas, rookvrije generaties, mentale gezondheid en luchtvervuiling bijna instant besparingen oplevert, zeker binnen enkele jaren en al helemaal binnen één legislatuur (knipoogje naar verkozen politici). Uitgaven voor preventie en gezondheidspromotie passen ook absoluut niet in dat andere riedeltje van “de rekening doorschuiven naar de volgende generatie”. Nee, integendeel, het is gezondheid en welbevinden doorgeven aan de toekomst. Men zal ons heel dankbaar zijn.’ —

 

Patricia Van Pelt i.s.m. Guy Tegenbos, Diederik Derijcke, Lieven Janssens en Wouter Arrazola De Oñate
Voor Lokaal 12 | 2022

Succesvolle start Preventieplatform

Het Preventieplatform ging officieel van start op 29 januari 2022, in Vorselaar. Het groepeert iedereen – instellingen en individuen – die voorrang wil geven aan preventie. Aangedreven door de Health in All Policies-gedachte, roept het Preventieplatform iedereen – maar zeer in het bijzonder de lokale besturen – op om te investeren in gezondheidsbevordering en ziektepreventie, de krachten daartoe te bundelen (te ‘ontsnipperen’) en het charter van het Platform te ondertekenen. Lokale besturen zijn de lijm die de partners die hiervoor nodig zijn, kan verbinden. Door het charter te ondertekenen bevestigen gemeenten dat ze samen investeren in gezondheidsbevordering en ziektepreventie belangrijk vinden.
www.preventieplatform.org