​​Het project biedt aan een groep ouders concrete handvaten om terug een relatie aan te gaan met hun radicaliserende kinderen waarop ze hun grip verloren hebben of dreigen te verliezen. Door zich actief en geweldloos te verzetten tegen ongewenste handelingen en ideeën van hun kinderen én onvoorwaardelijk aanwezig te zijn in hun leven, versterken we deze ouders. 

De duo-begeleiding: een jongerenbegeleider en een ouderbegeleider.

Enerzijds werken we met de jongere individueel. Een jongerenbegeleider gaat met hem van start nadat de jongere zich akkoord verklaard heeft met de begeleiding. Hij tracht een werkrelatie met hem op te bouwen door in eerste instantie aan te sluiten bij wat de jongere zelf nodig acht. In de contacten zal hij zich oprecht interesseren in de denkbeelden van de jongere en zijn context waarbinnen die gangbaar zijn. De eigen kennis van de islam wordt hierbij ingezet, waarbij beroep wordt gedaan op de logica. De jongere wordt tevens uitgenodigd zijn waarden die hij nastreeft te expliciteren en te onderzoeken in welke mate hij die ook verwezenlijkt. Zijn noden waaraan het extremisme voor hem tegemoetkomt, tracht de begeleider te begrijpen om hem te begeleiden in zijn zoektocht. Alternatieven worden verkend en uitgeprobeerd met steun van de begeleider. Positieve identificatiefiguren worden geïntroduceerd (zie verder bijlage, ACT)

De jongerenbegeleider en ouderbegeleider plegen minstens wekelijks overleg met elkaar om relevante informatie uit te wisselen in functie van een gecoördineerde aanpak. Waar relevant, gaan ze ook gezamenlijke gesprekken aan met de jongere en zijn gezin.

Naast het aanbod naar de jongere (en zijn bredere context) en de ouders toe, wordt per casus onderzocht in welke mate de school betrokken moet worden in de begeleiding. Vaak vangt de school wel signalen op en bekijken we wat ze er tot dan toe mee gedaan hebben naar de jongere en de ouders toe. Dit om een afgestemde aanpak uit werken.

Tenslotte trekken we na wat bij de jongere de rol en invloed van het internet bij het proces van radicalisering is ten einde hierop in te spelen. Een begeleidingstraject duurt maximaal 6 maanden en is sterk gefaseerd :

  • • In de eerste maand staat de opbouw van een werkrelatie centraal en wordt met de jongere en ouders afzonderlijk een actieplan opgemaakt. Dit bevat de concrete doelstellingen en daaraan gerelateerde acties.
  • • In de daaropvolgende fase (van de tweede tot de vijfde maand) wordt er gedragsverandering nagestreefd. Zowel de ouders als de jongere worden ondersteund in het zetten van concrete stappen die bijdragen tot het realiseren van de doelen. Hierbij onderzoeken we ook welke personen en diensten moeten worden betrokken zowel voor de jongere als voor de ouders om hen hierin te versterken.
  • • De laatste maand gaat alle aandacht naar het generaliseren. Op het einde van het traject wordt het actieplan met de ouders en de jongere geëvalueerd in aanwezigheid van beide begeleiders en de casemanager. Op basis van deze evaluatie worden met de jongere, de ouders en het steunend netwerk duidelijke afspraken gemaakt ter opvolging en nazorg. Mogelijks wordt doorverwezen naar een adequaat hulpverleningsaanbod. In uitzonderlijke gevallen kan een traject worden verlengd.

Voor meer informatie en vragen kan je terecht op hun website