Samen met vrijwel elke leeflooncliënt zal het OCMW een GPMI opmaken. Het is een overeenkomst (in de meeste sociale diensten is de term ‘contract(je)’ legio) met daarin wederzijdse afspraken tussen cliënt en OCMW en is in eerste instantie verplicht af te sluiten met het oog op activering van of werk voor de cliënt, tenzij er gezondheids- of billijkheidsredenen aanvaard worden om geen GPMI af te sluiten. In dat geval is het echter toch mogelijk om facultatief een GPMI af te sluiten met afspraken over bepaalde levenssituaties van de cliënt.
De voornaamste elementen voor een GPMI zijn:
- Wordt opgemaakt in overleg met de cliënt.
- Bevat zowel afspraken en doelstellingen voor de cliënt als voor het OCMW.
- Deze afspraken zijn op maat van de cliënt en haalbaar voor de cliënt.
- Is in begrijpbare taal opgesteld.
- Wordt opgemaakt binnen de 3 maanden na toekenning van een leefloon.
- Wordt minstens 3 maal per jaar (minstens 2 maal in persoonlijk contact) in overleg met de cliënt geëvalueerd.
- Genereert extra 10% bovenop de basissubsidie die een OCMW ontvangt per leefloondossier.