2021Lokaal09 - in de glazen bol durven kijken.png
Provider image

Volgens burgemeesters Johan Sauwens van Bilzen en Werner Raskin van Hoeselt is er geen andere weg naar de toekomst dan die van een fusie. Daarom nemen ze de komende jaren een transitiemanager en een studiebureau in de arm, ze leggen hun oor te luisteren bij de inwoners van de 23 dorpen die de nieuwe gemeente zullen vormen en zetten de medewerkers van beide gemeenten tot meer samenwerking aan.

Sinds 1 september zoeken Bilzen (32.000 inwoners) en Hoeselt (10.000 inwoners) een transitiemanager en een studiebureau om hun toekomstige fusie in goede banen te leiden. Eind juni hebben de twee gemeenteraden unaniem, dus met alle meerderheids- en minderheidsraadsleden, deze volgende fase van het fusieproces goedgekeurd. Volgens de Bilzense burgemeester Johan Sauwens is dat te danken aan de volledige transparantie en het feit dat alle raadsleden constant bij het traject worden betrokken.

Nochtans zag de Hoeseltse burgemeester Werner Raskin die fusie een jaar voor de vorige gemeenteraadsverkiezingen helemaal niet zitten. ‘Het werd ons bijna opgedrongen en ik ben blij dat ik toen nee heb gezegd. Om een fusie voor te bereiden heb je tijd en ruimte nodig. Je moet de voor- en de nadelen van je partner kennen en elkaar leren vertrouwen. Een degelijke studie duurt algauw tweeënhalf jaar, en je moet de bevolking erbij betrekken, want het is een zware beslissing. Zonder hun steun heb je geen kans op slagen, daarom gaan we in het najaar ook de boer op om in alle 23 dorpen te vragen wat de mensen zelf willen en verwachten.’

 

Vijf voor twaalf

Beide burgemeesters zien hoe sterk het politieke landschap de voorbije twee jaar is veranderd. ‘Je voelt dat Vlaanderen de provincies weg wil en rechtstreeks met de gemeenten in contact wil treden,’ zegt Werner Raskin. Daarom wil Johan Sauwens vooral zelf de fusiepartner kiezen. ‘Je weet niet wie er in de volgende Vlaamse regering zetelt en wat die partijen zullen bepalen. Kijk maar naar de regiovorming, in Limburg vroegen wij geen opsplitsing. Voor de fusie willen we zelf in de cockpit zitten. Het financiële is meegenomen.’

Burgemeester Raskin draait het om: ‘Nu kunnen we zelf onze partner kiezen, maar het is ook vijf voor twaalf. Als we de fusiemogelijkheid niet onderzoeken en zomaar de fusiebonus van 21,5 miljoen euro links laten liggen, dan faal ik als burgemeester, want dan hou ik onvoldoende rekening met de toekomst. Bij de vorige fusieronde was de bonus gelimiteerd tot 20 miljoen euro, een paar jaar wachten levert ons dus nu anderhalf miljoen euro op, maar er komt een dag dat een fusie geen bonus meer oplevert, want corona heeft veel pijn gedaan. Ik kies nu eieren voor mijn geld.’

Al wil Raskin eerst met de bevolking praten, toch droomt hij al van nieuwe investeringen in infrastructuur, waterzuivering en een verbetering van de dorpskernen. Ook Sauwens weet goed genoeg dat het verfraaien van een dorpsplein algauw in de miljoenen loopt. ‘Als grotere gemeente zullen we meer armslag hebben. Elk bestuur heeft een bepaald bedrag nodig voor de basistaken en de dagelijkse werking, pas als de gemeente groter wordt, komt er ruimte vrij voor meer vrijetijdsinfrastructuur of investeringen.’

 

Sterkere ambtenarij

Zelfs het kleinere Hoeselt hoeft het niet voor het geld te doen. ‘Nog niet,’ zegt Werner Raskin met klem. ‘Als de provincie wegvalt en je als gemeente rechtstreeks met Vlaanderen handelt, dan heb je wel een sterkere ambtenarij nodig. Tot voor kort deed Hasselt onze stedenbouwkundige vergunningen, nu sta je daar als gemeente zelf voor in, hiervoor heb je een bekwame ambtenaar nodig en als kleinere gemeente vind je die moeilijk. Die mensen willen niet in een gemeente met minder dan 40.000 inwoners werken. Wij hebben geluk met onze goede stedenbouwkundige ambtenaar, maar wat als die wegvalt? Jongere goede ambtenaren willen uitdagingen, grote projecten, en die kun je als kleine gemeente niet bieden. Dit geldt ook voor mobiliteit en IT.

Omdat kleinere gemeenten die mensen niet vinden, huren ze bureaus in die ze per dag betalen, maar dat is onbetaalbaar.’ Ook al kan Bilzen net iets verder springen, toch ervaart Johan Sauwens ook knelpunten bij de functies van IT’ er en ingenieur. ‘Het is een moeilijke zoektocht naar de juiste profielen voor ruimtelijke ordening en mobiliteit. Als stad kunnen we net iets meer, maar vooral jonge mensen zoeken meer mobiliteit, ze willen een kader, een team, terwijl er nog veel eenmansdiensten zijn. Als zo’n medewerker ziek wordt of op vakantie gaat, is er een hiaat in de dienstverlening.'

 

Geleerd uit fusie van ’76

Precies omdat kleinere landelijke gemeenten het moeilijk zullen krijgen, groeit volgens Johan Sauwens het draagvlak voor een fusie, niet alleen in de gemeenteraad maar ook bij de bevolking. Hoeselt als fusiegemeente dateert van 1976. Bilzen ontstond door een fusie van dertien gemeenten in ’70 en ’76. ‘Dankzij de fusie kreeg Bilzen een zwembad,’ zegt Johan Sauwens. ‘Zonder die bestuurskracht was het niet mogelijk om de mooiste bibliotheek van Vlaanderen te bouwen, zoals twee jaar geleden nog bleek. In ieder dorp is er een basisschool, zelfs al telt Hoelbeek maar 400 inwoners. Daarvoor hebben we afspraken gemaakt met het vrije net. In elk dorp is er een ontmoetingscentrum, soms van de parochie, soms van de harmonie en anders van de gemeente. Overal is er sportinfrastructuur.

Ondanks alle bekommernissen in verband met de fusie weten de mensen ook dat dit alleen mogelijk was dankzij die fusie.’ Ook in Hoeselt heeft elk dorp een eigen school, sportinfrastructuur en een zaal om samen te komen. ‘We hebben zelfs voor- en naschoolse opvang in elke deelgemeente,’ zegt Werner Raskin. ‘De Hoeselaar die bang is de eigenheid te verliezen, weet dat in ’76 niemand de eigenheid van het eigen dorp is verloren, en ook bij een volgende fusie blijft ieder in de eerste plaats een inwoner van zijn eigen dorp. Voor onze nieuwe gemeente krijg ik nu al fantastische namen te horen. We zullen een moment lanceren waarop mensen een naam voor de nieuwe gemeente mogen indienen.’

 

Dicht bijeen

Van beide Demergemeenten is Hoeselt iets landelijker, Bilzen meer verstedelijkt. Voor de rest lijkt de bevolking op elkaar, ze vormt het Limburgse gemiddelde met dezelfde vergrijzingsgraad. Er wonen iets meer Nederlanders in Bilzen dan in Hoeselt. De belbus rijdt over de gemeentegrenzen, net zoals de N730 ze dwarst. Socio-economisch zijn er geen grote verschillen, zelfs de ratio personeelsleden tegenover duizend inwoners is ongeveer gelijk in beide gemeenten: 150 in Hoeselt en 500 in Bilzen. Zelfs de belastingregels lopen gelijk. Ze delen nu al een aantal personeelsleden en de kosten van machines zoals een borstelmachine. ‘In de voorstudie bleek al dat we meer dan twintig samenwerkingsakkoorden hadden,’ zegt Werner Raskin.

‘Als er grote verschillen waren, kon een fusie nog,’ zegt Johan Sauwens stellig. Nu situeren verschillen zich in zaken zoals vuilnisbakken in Bilzen en zakken voor restafval in Hoeselt. En Bilzen heeft de riolering in eigen beheer, Hoeselt zit bij Fluvius. De gemeenten werken intens samen, op alle vlakken waarbij samenwerking voordeel kan bieden. Maar die samenwerking hebben ze ook met Riemst uitgebouwd.

 

Riemst haakte af

In de voorstudie was daarom ook Riemst betrokken bij deze fusie. De drie gemeenten werken immers samen op het niveau van de politiezone, de reglementen en de handhaving van de gemeentelijke administratieve sancties doen ze gedrieën, samen runnen ze het vaccinatiecentrum voor de drie gemeenten en samen zitten ze mee aan tafel in de hulpverleningszone OostLimburg die veertien gemeenten telt. Met hun drieën ijverden ze voor een nieuwe kazerne die vijf minuten dichter bij Riemst ligt.

Toch haakte Riemst af. ‘Voor Riemst was het idee nog te nieuw,’ zegt Johan Sauwens en vol begrip legt hij uit dat bij een fusie met drie gemeenten het aantal raadsleden sterk terugvalt. ‘In plaats van de huidige 77 raadsleden zullen er in Bilzen en Hoeselt samen 35 zijn, met Riemst erbij 37, dat is meer dan een halvering tegenover nu. Daar is de fusie met drie op gesneuveld. Wij vinden dat jammer. We promoten die schaal sterk. Kijk, het gaat niet om groot, groter, grootst, wel om een schaal die te bevatten is. Ook al is Bilzen kleinstedelijk, toch gebeurt alles laagdrempelig, ik ben benaderbaar voor alle burgers.’

 

Zachte overgang

Het Bilzense stadhuis en het Hoeseltse gemeentehuis bevinden zich op drieënhalve kilometer van elkaar. ‘We houden op beide plaatsen het frontoffice, maar de financiële dienst of de dienst ruimtelijke ordening zal zich op één plaats bevinden,’ zegt Werner Raskin. ‘Gaandeweg zullen we ondervinden of het nodig is om het tweede bibliotheekfiliaal in Hoeselt te behouden. Maar staat er veel volk in de rij, dan behouden we wat er is. We schaffen alleen overbodige zaken af. Nu we door corona gewend zijn afspraken te maken voor een bezoek aan het containerpark of een onderhoud met een gemeentelijke dienst, behouden we dat. Wie geen internet heeft kan dat nu telefonisch doen, dat blijft zo in de toekomst. Het voordeel is dat de diensten de vragen al kunnen voorbereiden en hun werk zelf beter kunnen regelen.’

Beide burgemeesters voorzien een zachte overgang. Ze willen niet dat de algemeen directeurs overbevraagd worden, zij moeten de huidige werking voortzetten. Daarom staat een aparte transitiemanager in voor de overgang. De volgende jaren zullen de schepenen met de diensthoofden van beide gemeenten almaar meer samenwerken. Er zullen geen naakte ontslagen vallen, maar er komt meer rotatie en voor een vervanging kijken de gemeenten in eerste instantie naar elkaar.

Toch blijft het voor Johan Sauwens een avontuur. ‘Wij kunnen wel van alles willen, maar de nieuwe gemeenteraad zal na de volgende verkiezingen beslissen over investeringen en belastingen. Die verkiezingen worden sowieso boeiend, want de opkomstplicht valt weg, partijen zullen een duidelijk programma moeten opstellen voor de fusiegemeente en de burger zal kiezen op basis van de inhoud.’

En de burgemeesters zelf? Allebei hebben ze vele jaren burgemeesterschap op de teller staan, maar dit fusieproject promoten ze niet voor zichzelf, maar wel voor de bevolking. Johan Sauwens: ‘Het wordt vooral een goede zaak voor de 23 dorpen, we zullen betere dienstverlening kunnen bieden aan 43.000 mensen, en dan denk ik aan meer sportmogelijkheden, aan verkeersveiligheid, het uitbreiden van industrieterreinen en het verbeteren van de dorpskernen. Er zal meer kunnen dan nu en we zullen ons kunnen wapenen door specialisten aan te trekken.’ Voor Werner Raskin is dit een doorslaggevend argument: ‘Als de provincie wegvalt, moeten we klaar zijn. Daarom durven we in de glazen bol te kijken.’ Voor hem is het een belangrijke beslissing en daarom moeten de inwoners mee nadenken en hun verzuchtingen meedelen. Voor Johan Sauwens is het een positief toekomstproject. En Riemst? Riemst mag nog altijd meedoen, dan wordt het een fusiegemeente van 60.000 inwoners, wat beide burgemeesters de bovengrens noemen. •

 

Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal
Voor Lokaal 09 | 2021

Fusies in de lift In Limburg zitten de fusies duidelijk in de lift.

De gemeenteraden van Tongeren en Borgloon zullen in september over een mogelijke fusie stemmen, die van Ham en Tessenderlo geven wellicht in oktober elkaar een voorlopig jawoord voor een gezamenlijke toekomst.