2021Lokaal04 - Vijf tips voor een geslaagde erfgoeddag.png
Provider image

Al twintig jaar maakt Erfgoeddag het rijke roerend en immaterieel erfgoed in Vlaanderen en Brussel zichtbaar door het op een originele manier in de kijker te zetten. In Vlaanderen zijn er 21 intergemeentelijke en vijf stedelijke erfgoedcellen erkend. Op lokaal vlak dragen zij mee de organisatie van de Erfgoeddag. In Lanaken en Ninove bijvoorbeeld wordt de Erfgoeddag al meer dan tien jaar gedragen door een geëngageerde groep van medewerkers en vrijwilligers.

1. Het publiek lust wat het al een beetje kent

Katelijne Beerten is coördinator erfgoed in Lanaken, dat betekent zowel cultureel erfgoed als onroerend erfgoed. Zij combineert de organisatie van de Erfgoeddag met het adviseren van bouwaanvragen waar gebouwen bij betrokken zijn die in de inventaris van onroerend erfgoed staan. Zelf ziet ze deelname aan evenementen als de Erfgoeddag of de Open Monumentendag als een basisopdracht. ‘Het bereik van dergelijke evenementen voor het brede publiek kan groot zijn,’ zegt Katelijne Beerten. Het is de gelegenheid om mensen kennis te laten maken met erfgoed, met de verhalen die erachter zitten. Op de eerste Erfgoeddag waaraan ze mee werkte, was er een tentoonstelling van oude keukentoestellen. ‘Ik werkte toen nog in Tongeren, de bakermat van de Nova-fabriek.

Die producent van keukenelektro sloot eind jaren negentig de deuren. De tentoonstelling van daar geproduceerde toestellen raakte duidelijk een snaar. Er kwamen talloze bezoekers.’ De toestellen vertelden het verhaal van de Vlaamse eetcultuur – denk aan een wafelijzer of een mixer – maar mensen haalden ook herinneringen op aan gebeurtenissen die verbonden waren met die maaltijden, zoals verjaardagen. Daarnaast waren ze getuige van een stukje sociale geschiedenis, van fabricatie en tewerkstelling in eigen streek. Voor Katelijne Beerten was dit meteen een duidelijke les: hoe dichter de gebrachte verhalen of getoonde voorwerpen aansluiten bij het dagelijkse leven van de bezoekers, hoe groter de herkenning en de bijval. Erfgoed uit de twintigste eeuw kan vaak op de grootste respons rekenen.

 

2. Wie bij de voorbereiding betrokken is, supportert het hardst

‘Helden’ was het thema van de Erfgoeddag van 2012. Hiervoor bracht Lanaken de vrijwilligers uit verschillende heemkundige kringen bij elkaar. Ze besloten een activiteit op te zetten in verband met dorpsdokters. Het thema verwees ook naar de televisiereeks en het boek Meneer doktoor, waarin huisartsen werden geïnterviewd die in de periode vlak na de Tweede Wereldoorlog actief waren. ‘In Lanaken kenden we ook een dokter van die generatie, zijn verhaal werd opgetekend. Hij had de omslag meegemaakt van de huisarts die alles doet, van thuisbevallingen tot tanden trekken, naar toenemende specialisatie en uitbouw van de gezondheidszorg.

Ik herinner me bijvoorbeeld dat zijn vrouw altijd wist in welke volgorde hij zijn ronde deed,’ zegt Katelijne Beerten. ‘Als er een noodgeval was, wist ze aan de hand van het tijdstip ongeveer waar hij was en dan werd er iemand op uitgestuurd om de dokter te verwittigen.’ Ook tal van getuigenissen van oudere inwoners en patiënten werden opgetekend. Doordat er op voorhand al zoveel mensen betrokken waren bij het voorbereiden van deze dag, kwam er ook veel volk langs op de kleine tentoonstelling. ‘Het loont zeker om mensen op voorhand te betrekken bij de organisatie, want zij vormen ook voor een deel het publiek dat op de dag zelf zal komen.’

 

3. Haal iets uit de kast wat mensen nog niet kennen of bijna vergeten waren

Enkele jaren later voer de Erfgoeddag onder de vlag ‘Grenzeloos’. In Lanaken rijpte het idee om iets op te zetten rond de gemeentelijke fusie van de jaren zeventig. Al in de eerste gesprekken bleek dat het verhaal daarvan nog bij heel wat inwoners sterk leefde. Wat onderzoek in de gemeentelijke archieven leverde boeiend materiaal op. Er was bijvoorbeeld een advies van de provincie over de op handen zijnde fusie en de gemeenteraadsbeslissing.

Het teruggevonden anti-fusielied toonde aan dat niet iedereen het met de provincie en de gemeenteraad eens was geweest. Het tijdsvenster van de kleine expo liep tot de eerste verkiezingen, waarbij fusiegemeente Lanaken dus voor het eerst naar de stembus moest. De opkomst was groot.

‘Ook over dit thema konden veel bezoekers nog meespreken. De teruggevonden documenten maakten het ook allemaal erg concreet. In de loop der jaren hebben we ondervonden dat een thema als zorg voor erfgoed bijvoorbeeld lastiger ligt. Het gaat dan bijvoorbeeld over objecten bewaren, collecties digitaliseren en dergelijke. Hier is de band met het dagelijkse leven en het recente verleden voor veel mensen minder duidelijk,’ zegt Katelijne Beerten. In 2018 werden de vijf reuzen tevoorschijn gehaald op de Erfgoeddag met als thema ‘Rituelen’. In combinatie met een kleine expositie in de bibliotheek en een lezing, lokte het buitenkomen van de gigantische poppen veel kijklustigen.

‘De reuzen waren al zo’n dertig jaar opgeslagen zonder buiten te komen. Ze waren ondertussen minstens een halve eeuw oud. We kwamen in contact met de makers, of met hun kinderen. Inwoners beschouwden het als een unieke kans om de reuzen te zien.’ Voor het dragen van de reuzen waren veel vrijwilligers nodig, mensen die op hun beurt op een nieuwe manier in contact kwamen met erfgoed.

 

4. Regionale samenwerking binnen een erfgoedcel maakt cultureel erfgoed sterker

In Ninove is Ben Schokkaert als diensthoofd cultuur en evenementen het aanspreekpunt voor Erfgoeddag. De erfgoedraad is al lang een van de deelraden van het cultuurbeleid in de stad en evolueerde binnen de stad naar een sterke adviserende rol op het vlak van erfgoedbeleid. Daarnaast ontstond er de voorbije jaren op regionaal vlak samenwerking voor erfgoed. Vanuit Aalst groeide de stedelijke erfgoedcel uit tot een regionaal samenwerkingsverband dat ondertussen aan zijn tweede termijn toe is. Erfgoedcel Denderland bundelt nu de krachten voor cultureel erfgoed uit Denderleeuw, Ninove, Haaltert, Aalst, Erpe-Mere en Lede.

‘Samen met de erfgoedcel konden we onze schouders zetten onder een project over dialect dat samenviel met de verschijning van een nieuw dialectwoordenboek. Er kwamen opnames van de verschillende dialecten binnen de Erfgoedcel Denderland en er was de verkiezing van het mooiste dialectwoord op de Erfgoeddag. De erfgoedcel coördineert bijvoorbeeld ook de inventarisatie van het religieuze erfgoed binnen haar werkingsgebied.

De gemeente zoekt hier vrijwilligers voor, want op haar eentje komt ze wellicht niet aan zo’n project toe,’ zegt Ben Schokkaert.

 

5. Erfgoed verbindt mensen en doet ontmoeten

Via de werking van de erfgoedcel zijn er nieuwe mogelijkheden om het publiek bij erfgoed te betrekken. Er was bijvoorbeeld de reiskoffer van dokter Frans Hemerijckx die in de jaren vijftig en zestig in Congo en India ambulante zorg voor leprapatiënten organiseerde. ‘De tropendokter werd ereburger van de stad Ninove en er is een plein naar hem vernoemd, maar via de koffer brachten we zijn verhaal ook terug naar de inwoners,’ zegt Ben Schokkaert.

In 2014-2018 beschreef een blog vier jaar lang de gebeurtenissen in Ninove tijdens de turbulente periode een eeuw eerder. Vrijwilligers plozen hiervoor de krantenarchieven uit. In de loop van deze vier jaar verschenen dertien oorlogskranten over thema’s als ziekenzorg of voedselbedeling. De tentoonstelling op het einde van deze periode liep in een leegstaande kerk waarvan de herbestemming als buurthuis in de steigers stond. Niet alleen voor de vele individuele bezoekers, ook voor scholen was dit een interessant aanknopingspunt.

Bij de Erfgoeddag van 2014 met als thema ‘Grenzeloos’ werd de Ninoofse Turkse en Marokkaanse gemeenschap uitgenodigd. In filmpjes vertelden ze over hun geschiedenis en cultuur als nieuwkomer in onze stad. ‘Erfgoed als aanleiding om een ontmoeting te creëren, erfgoed toegankelijk en tastbaar maken voor iedereen, blijft voor mij een belangrijke uitdaging,’ zegt Ben Schokkaert. •

 

Lieselot Decalf is VVSG-stafmedewerker cultuur en erfgoed
Voor Lokaal 04 | 2021

 

Wat is erfgoed?

Onroerend erfgoed: gebouwen, landschappen en archeologische sites. Die zijn ‘onroerend’ of nietverplaatsbaar.

Roerend erfgoed: kunstwerken, gebruiksvoorwerpen, archiefstukken, manuscripten, documenten, foto’s… Die zijn verplaatsbaar of ‘roerend’. Immaterieel erfgoed: tradities, rituelen, ambachten, streekgerechten… Dit erfgoed is niet of moeilijk vast te nemen.

Het Vlaamse beleid neemt roerend en immaterieel erfgoed samen in één koepelbegrip ‘cultureel erfgoed’.