voor het kennisnetwerk.jpg
Provider image

Voor Mieke Pieters is het aankoopbeleid van overheidsorganisaties een van de belangrijkste hefbomen om hun doelstellingen voor duurzaamheid te realiseren. En door circulair aan te kopen dagen ze de markt uit. ‘Als alle besturen hetzelfde signaal geven aan producenten, als ze allemaal dezelfde wensen en eisen formuleren, hebben ze een grote impact op de markt.’

‘Als een bestuur tegen 2040 CO2 -neutraal wil zijn, dan kan het dat via zijn aankoopbeleid helpen realiseren. Hetzelfde geldt als het de sociale economie meer kansen wil geven of de circulaire economie wil stimuleren. Aankoopbeleid kan een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van de eigen doelstellingen. Tegelijkertijd kan het de markt en de productontwikkeling in de gewenste richting duwen. Bijna de helft van het overheidsbudget gaat naar aankoop, het gaat dus over grote bedragen die de markt kunnen sturen.’ Dat zegt Mieke Pieters, oprichter van The Global Picture dat bedrijven en overheidsorganisaties helpt om circulaire, duurzame offertes in de markt te zetten en dus een positieve impact te creëren via hun aankoopbeleid.

 

Zie je een beweging in de richting van circulair aankopen?

‘Overheden zijn voortrekkers. Ze waren de eerste klanten van duurzame producten, van elektrische auto’s, van zonnepanelen. Nu zijn ze de eerste klanten van circulaire werkplekken, van circulaire ICT- of verlichtingsoplossingen, ze dagen de markt uit op het vlak van circulaire cateringoplossingen. Vlaanderen is daarin echt innovatief. Ik heb de voorbije twee jaar het traject van de Green Deal Circulair Aankopen inhoudelijk begeleid. We maken nu het eindrapport. Meer dan de helft van de deelnemers waren overheidsorganisaties. Dat is echt pionierswerk.’

 

Circulaire economie en circulair aankopen zijn relatief nieuwe thema’s. Hoe heb je ze de voorbije jaren zien groeien?

‘Ik heb tien jaar voor de stad Gent gewerkt. Ik begon in 2006 met het promoten van maatschappelijk verantwoord ondernemen of MVO bij het Gentse bedrijfsleven. Zo kwam ik terecht in de multidisciplinaire werkgroep duurzaam aankopen van de stad. Die boog zich over het verduurzamen van het stedelijke aankoopbeleid en wilde via overheidsopdrachten de markt sturen. Een grote overheidsorganisatie zet opdrachten van vele honderdduizenden euro in de markt, die impact is veel groter dan het vrijblijvend werken aan MVO. Duurzaam aankopen en duurzame economie staan dus al langer op de agenda, zeker van grote steden.

De nadruk ligt op leefmilieu, CO2 -uitstoot, energie-efficiëntie, afval, sociale economie enzovoort. De circulaire economie voegt er nog een dimensie aan toe, namelijk het zo lang mogelijk valoriseren van grondstoffen die schaarser en schaarser worden. Vlaanderen Circulair is een onmisbare katalysator om dat op de agenda te zetten. Het biedt inzicht, geeft toegang tot kennis en netwerken, maakt het mogelijk projecten op te zetten op regionaal niveau. Zonder de initiatieven van Vlaanderen Circulair zouden zelfs de grotere steden het thema nog niet opnemen.’

 

Blijft het voorlopig beperkt tot de grotere steden?

‘De centrumsteden hebben natuurlijk beleidsmedewerkers die zich in circulair aankopen kunnen verdiepen. Kleinere gemeenten hebben die capaciteit niet. Maar grote steden effenen het pad voor de kleinere. Ik begeleid enkele netwerken voor het opzetten van duurzame aankooptrajecten, bijvoorbeeld de regio Aalst-Dendermonde, de regio Midwest, de regio Brugge. Alle gemeenten, ook de kleinere, hebben een stem in die trajecten. Ze creëren mee de strategie en kunnen die dan vertalen in hun overheidsopdrachten en bestekken. interview met Mieke Pieters Lokaal april 2020 37 Dat is een fantastische dynamiek. Als alle besturen in hun aankoopdossiers dezelfde doelstellingen nastreven, dan is dat een krachtig signaal aan de markt. Aan wie een bedrijf ook wil leveren, iedereen heeft dezelfde eisen en wensen. Samen kunnen gemeenten een impact hebben, samen staan ze sterk. Ook kleine besturen zijn dus zeer belangrijk.’

 

Wat houdt die aankoopstrategie in?

‘We vertrekken van de bestuursakkoorden en de doelstellingen van de besturen, dat is belangrijk om politieke gedragenheid te hebben. Dan zoeken we het gemeenschappelijke in al die documenten. In de strategie staan altijd doelstellingen over sociale economie, over klimaat, maar ook circulaire doelstellingen. En dat is nieuw. Circulaire economie wordt een nieuwe pijler, naast de ecologische en de sociale. Vroeger werd circulair meegenomen onder ecologisch, onder afval en materialenefficiëntie, nu is het een echte pijler.’

 

 

‘Circulaire economie wordt een nieuwe pijler, naast de ecologische en de sociale. Vroeger werd circulair meegenomen onder ecologisch, onder afval en materialenefficiëntie, nu is het een echte pijler.’

Wie zit in die regionale netwerken aan de tafel?

‘Meestal experts uit de administratie. De politiek verantwoordelijken zijn wel aanwezig in de strategische workshops, ze moeten van bij het begin mee in het traject.’

Waarover gaan die circulaire doelstellingen?

‘Over heel concrete dingen. Hoe zullen we producten langer gebruiken? Want het verlengen van de levensduur van alles wat je al gebruikt in de organisatie is natuurlijk de beste circulaire strategie. Dan heb je minder snel nieuwe producten en dus nieuwe grondstoffen nodig. Eigenlijk is de circulaire economie zeer pragmatisch. Het gaat over investeren in kwaliteit, weg van de wegwerpmaatschappij. Het gaat ook over optimaal onderhoud en herstel om de levensduur te verlengen. Dat zijn eenvoudige reflexen: kwaliteit, onderhoud, herstel.

We kunnen het eigenaarschap van producten ook bij de producent laten. We betalen dan een gebruikersvergoeding, de producent is verantwoordelijk voor het onderhoud en de eventuele vervanging, en heeft er alle belang bij om de beste kwaliteit te bieden. Misschien moeten we producten ook delen. Al die schijnbaar kleine, pragmatische huis-tuin-en-keukenreflexen veranderen de manier van aankopen revolutionair. Aankoopdiensten vragen in hun bestekken nu ook aan leveranciers wat er met de producten gebeurt als de organisatie ze niet meer nodig heeft, misschien pas over vijftien jaar. Ze willen nu al transparantie over de volgende loops.’

 

Kijken ze ook naar voren: waar komen de producten vandaan, welke grondstoffen zitten erin, hoe en door wie zijn ze gemaakt?

‘Dat is veel moeilijker. Die vragen zijn zeer belangrijk voor producenten, die daar meer en meer transparantie over moeten brengen. Bij werkkledij bijvoorbeeld of bij bouwmaterialen, ICT en merchandisingspullen wordt gevraagd naar de arbeidsomstandigheden van de mensen die de dingen maken.

Sociale duurzaamheid speelt dus zeker al een rol, maar aankoopdiensten vragen nog niet waar de grondstoffen vandaan komen. Dat is zeer complex, zelfs de producenten zelf kunnen er nog maar moeilijk transparantie over geven. Er wordt wel gevraagd naar de technische eigenschappen van producten. Bijvoorbeeld: is dit bureau van FSC-gelabeld hout gemaakt? Labels en certificaten geven toch wat zicht op de keten, op het produceren van het product, de materialen die erin zitten, op het ontwerp. Want circulair begint natuurlijk bij het ontwerp van het product. Is deze stoel gemaakt om op het einde van het gebruik volledig te ontmantelen en in homogene stromen op te splitsen, zodat we de onderdelen makkelijk opnieuw kunnen gebruiken of bijvoorbeeld kunnen smelten voor hergebruik?

We staan nu zo ver dat aankoopdiensten willen weten hoe iets ontworpen is, uit welke materialen het bestaat, of er gerecycleerde materialen in zitten, of er geen toxische materialen in zitten, waar en wie het geproduceerd heeft, hoe het verpakt is, op welke manier het wordt geleverd, hoe lang het zal meegaan, hoe het zit met onderhoud, hoe het teruggenomen wordt en wat er daarna mee gebeurt. Het spreekt vanzelf dat dit een grote impact heeft op de markt. Overheidsopdrachten zijn goed voor een vijfde van onze economie, dat is een gigantische kracht om de markt te veranderen. Als iedereen dezelfde strategie nastreeft, dan zal er een enorme verschuiving komen.’

 

The circular hub

Mieke Pieters is ook de drijvende kracht achter The Circular Hub, waarmee ze bedrijven wil helpen om circulair te ondernemen en circulaire oplossingen te zoeken voor de vraag van aankopers. Ze is in een project van Vlaanderen Circulair gestapt, de Circulaire Kickstart, om startende ondernemers te ondersteunen bij het ontwikkelen van circulaire businessmodellen. Onder het motto: starten vandaag is circulair starten.

Hoe breng je circulair aankopen binnen in een organisatie?

‘Je moet draagvlak creëren bij de politiek – door de strategie te enten op hun doelstellingen –, bij het management en de collega’s. Iedereen moet mee om een nieuw doel te bereiken, want strategie zonder draagvlak is uiteindelijk maar een poster aan de muur. In die optiek is circulair aankopen ook een beetje veranderingsmanagement. Je kunt je afvragen welke competenties een aankoper moet hebben: een strategie helpen ontwikkelen, draagvlak creëren, mee zijn met de principes van het veranderingsmanagement, goede bestekken kunnen schrijven en de markt goed kennen.

Dat is veel voor één type professional. Daarom is het nodig samen te werken in een werkgroep duurzaam aankopen met verschillende expertises: een verantwoordelijke voor communicatie, voor organisatieontwikkeling, voor sociale economie, een aankoper. Dat kan ook in een kleine gemeente. Er is heel veel kennis beschikbaar over circulair aankopen, over strategieën en bestekken.’

 

Hoe kunnen gemeenten, behalve via hun aankoopbeleid, nog wegen op de transitie naar een circulaire economie?

‘Ze kunnen circulair ondernemerschap stimuleren door ondernemers in de gemeente ervan bewust te maken dat de economie van de 21ste eeuw circulair zal zijn. Ze kunnen die boodschap ook uitdragen naar handelaars en inwoners. Het onderwijs zou de basisprincipes van circulaire economie moeten bijbrengen: hoe zorg je ervoor dat er geen afval meer is, dat je dingen zo lang mogelijk gebruikt, dat je zorg draagt voor spullen? De hele gemeenschap moet mee in dat denk- en gedragspatroon van onze grootouders. Die bewustmaking moet lokaal gebeuren. Gemeenten kunnen een gigantische impact hebben.’ •

 

Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal
Voor Lokaal 04 | 2020