In juni 2022 werden door het VVSG Netwerk Klimaat 5 begeleidingstrajecten opgestart voor de opmaak van lokale warmteplannen:

  1. Temse
  2. Hasselt
  3. De 7 gemeenten van het energielandschap Noordertuin: Brasschaat, Brecht, Kapellen, Schilde, Schoten, Stabroek en Wijnegem i.s.m. de provincie Antwerpen
  4.  Damme
  5. Beersel en Halle

In elk van deze 5 trajecten zal een stuurgroep, onder leiding van een studiebureau, een lokaal warmteplan uitwerken volgens het stappenplan uit de Warmtegids. Dit alles gebeurt met cofinanciering vanuit het VVSG Netwerk Klimaat.

Alle geleerde lessen, tips & tricks en praktijkervaringen worden netjes gedocumenteerd en zullen ook voor alle andere steden en gemeenten in Vlaanderen ter beschikking worden gesteld. We zorgen voor regelmatig voor updates, dus houd deze webpagina zeker goed in de gaten!

1. Het begeleidingstraject van Temse

De gemeente Temse was één van de vijf pioniers die met ondersteuning van Netwerk Klimaat aan de slag ging met de opmaak van een lokaal warmteplan. Als koploper heeft Temse na een intensief traject van een jaar sinds eind februari een goedgekeurd lokaal warmteplan ‘nieuwe stijl’ gebruik makend van de warmtegids.

Bij vele lokale besturen en beleidsmakers leeft nog steeds het idee dat warmtenetten enkel mogelijk zijn wanneer er in de gemeente een grote industriële restwarmte beschikbaar is. Is deze niet aanwezig wordt de optie van collectieve warmte al vaak uitgesloten. Onterecht bewees ook Temse, want collectieve warmte kan gewonnen worden uit verschillende bronnen. Naast industriële restwarmte bieden bronnen zoals geothermie, aquathermie en riothermie ook mogelijkheden om een warmtenet rond op te bouwen.

“Van bij de opstart van ons lokaal warmteplan was het duidelijk dat er op ons grondgebied geen grote industriële restwarmte beschikbaar was maar wie Temse weet liggen weet wel dat het centrum van de gemeente zich naast de Schelde bevindt. Bij de opmaak van ons plan werd het water van de Schelde dan ook meegenomen als een mogelijke bron voor de aanleg van een warmtenet. Er werd zelf niet alleen gekeken naar de stroming van de Schelde ook enkele stilstaande waterplassen werden in kaart gebracht als potentieel om kleinschalige warmtenetten rond op te bouwen.” – Ellen Ongena, verantwoordelijke duurzaamheid gemeente Temse

2. Het begeleidingstraject van Hasselt

De stad Hasselt is de tweede pionier die met ondersteuning van Netwerk Klimaat een lokaal warmteplan ‘nieuwe stijl’ kan voorleggen. Het begeleidingtraject rond de opmaak van het lokaal warmtebeleidsplan werd afgerond in het voorjaar van 2024.

Warmte is verantwoordelijk voor meer dan 50% van alle CO2-uitstoot in Hasselt. Om de energietransitie naar 2050 te kunnen voltooien is er een gestructureerde aanpak nodig die in dit warmteplan wordt vastgelegd. Ondanks de inspanningen die de stad Hasselt al opneemt rond collectieve warmte binnen een aantal nieuwe woonontwikkelingen bracht dit warmteplan het nodige beleidsinstrument om deze inspanningen verder te verzilveren en op te schalen.

Voor een stad als Hasselt werd het bij de opmaak van dit plan alvast duidelijk dat het een meerwaarde zou zijn een warmteregisseur aan te stellen die het plan kan bewaken en ondersteuning kan bieden om de acties lopende te houden.

Bekijk het lokaal warmteplan van Hasselt

3. Het begeleidingstraject van Energielandschap Noordertuin

Bij energielandschap Noordertuin (Brasschaat, Brecht, Kapellen, Schilde, Schoten, Stabroek en Wijnegem) werd het eerste regionaal warmteplan opgemaakt met de warmtegids als leidraad. Met het plan willen de zeven gemeenten tegen 2050 een volledig fossielvrije verwarming voor alle woningen en gebouwen op hun grondgebied realiseren. Het plan is gestoeld op specifieke lokale kansen, zowel vanuit de fysieke omgeving als vanuit het ruimtegebruik.

Het regionaal warmteplan is een eerste concrete realisatie van Energielandschap Noordertuin, waarbij de zeven gemeenten en de provincie Antwerpen actief samenwerken rond energie. Het gezamenlijk doel? Ervoor zorgen dat de gemeenten hun klimaatdoelstellingen behalen. Hét uitgangspunt daarbij is ‘de juiste energiebeslissing op de juiste plaats’: waar liggen lokaal de beste kansen voor productie, opslag en besparing van energie.