Wanneer je als lid van het BCSD wegens een fysieke handicap je mandaat niet zelfstandig kan uitoefenen, is er de mogelijkheid om je te laten bijstaan door een of meerdere vertrouwenspersonen. Het bewijs van de handicap moet worden geleverd door een getuigschrift van een arts, met de uitdrukkelijke verklaring dat je zodanig getroffen bent door een handicap dat het mandaat niet zelfstandig uitgeoefend kan worden en er persoonlijke bijstand nodig is. De belangrijkste regels waarmee je rekening moet houden bij het aanduiden van een vertrouwenspersoon zijn, dat deze persoon:
- legaal in de EU moet verblijven, meerderjarig moet zijn en niet ontzet mag zijn uit het kiesrecht;
- zich niet mag bevinden in een situatie van onverenigbaarheid, behalve als het gaat om een familielid;
Verder gelden volgende principes. De vertrouwenspersoon:
- heeft bij de ondersteuning dezelfde middelen ter beschikking als de mandataris;
- heeft bij de ondersteuning dezelfde verplichtingen (bv. discretieplicht) als de mandataris;
- ontvangt een presentiegeld;
- ontvangt een bijkomende tegemoetkoming of vergoeding op voorwaarde dat de OCMW-raad dat geregeld heeft.
Een vertrouwenspersoon legt (in tegenstelling tot een lid van het BCSD) geen eed af.