Korte afwezigheid: Tijdelijke vervanging
Als het huishoudelijk reglement van de OCMW-raad de mogelijkheid voorziet, dan kan je als BCSD-lid bij een korte afwezigheid (zoals bijvoorbeeld een reis) op de BCSD-vergadering vervangen worden door een OCMW-raadslid. Een dergelijke plaatsvervanging kan enkel volgens de bepalingen die de OCMW-raad heeft ingeschreven in het huishoudelijk reglement. Deze vervanging staat dus helemaal los van regels rond decretale verhindering (zie hieronder). Staat er niks over een plaatsvervanging in het huishoudelijk reglement van de OCMW-raad, dan kan niet met een plaatsvervanger gewerkt worden. In dat laatste geval blijft wel de een decretale verhindering mogelijk.
Afwezigheid bij decretale verhindering: Tijdelijke opvolging
Het decreet over het lokaal bestuur omschrijft enkele situaties waarbij je als BCSD-lid tijdelijk opgevolgd kan worden door een opvolger zonder dat je daardoor definitief het mandaat verliest. Na het beëindigen van de periode van verhindering word je automatisch terug lid van het BCSD en de persoon die je tijdelijk opgevolgd heeft automatisch weer opvolger. Zo een tijdelijke opvolging kan bij:
- een afwezigheid van ten minste twaalf weken wegens medische redenen, studieredenen of verblijf in het buitenland (vervanging op vraag, gestaafd met een recent geneeskundig getuigschrift met de minimale tijd van afwezigheid of een attest van de onderwijsinstelling of de opdrachtgever);
- ouderschapsverlof voor de geboorte of adoptie van een kind (vervanging op vraag);
- een afwezigheid van ten minste twaalf weken wegens palliatief verlof of verlof voor de bijstand of de verzorging van een zwaar ziek familielid tot en met de tweede graad (vervanging op vraag met een schriftelijk verzoek en een verklaring op erewoord zonder de naam van de patiënt te moeten vermelden);
- het comitélid dat Europees Commissaris is (vervanging op vraag);
- het comitélid dat geschorst is voor inbreuken op de kieswetgeving.
Als BCSD-lid vraag je (behalve bij een schorsing voor inbreuken op de kieswetgeving) zelf om tijdelijk opgevolgd te worden. Is een zieke mandataris zelf niet meer in staat om zijn tijdelijke opvolging te vragen, dan wordt hij van rechtswege als verhinderd beschouwd vanaf de derde opeenvolgende vergadering van het BCSD waarop hij/zij niet aanwezig kan zijn en dat zolang de afwezigheid duurt.
Zie art.12 dat via art. 102 DLB van toepassing is op de BCSD-leden en art. 105 DLB