Regiovorming uitgelegd

Op 12 maart 2021 en op 4 februari 2022 nam de Vlaamse Regering een beslissing over de afbakening van de referentieregio’s en het verdere verloop van het traject regiovorming. Er worden 15 referentieregio’s gedefinieerd. Op 1 april keurde de Vlaamse regering een voorontwerp van regiodecreet goed. Lees ook de nota aan de Vlaamse regering  en de Memorie van Toelichting.

De VVSG formuleerde een advies op dat voorontwerp. Het Vlaams parlement keurde het regiodecreet goed op 1 februari 2023.

Welke beslissingen werden genomen door de Vlaamse regering?

De Vlaamse regering keurde op 12 maart 2021 een kadernota goed. Deze werd aangevuld met een beslissing op 4 februari 2022. Met deze beslissingen worden niet enkel de referentieregio’s afgebakend, maar worden ook de principes van het traject naar regiovorming en de verdere aanpak afgesproken.

De kern van deze beslissing is samen te vatten in 5 punten:

  • De burgemeesters vormen de spil;
  • De gemeenten zich organiseren in 15 referentieregio’s;
  • De gemeenten hun samenwerkingsverbanden en Vlaanderen zijn afbakeningen binnen die referentieregio’s organiseren volgens het matroesjkamodel;
  • Er voldoende samenwerkingsmaturiteit is om het burgemeestersoverleg te laten uitgroeien tot een strategisch forum voor de regio;
  • Regio’s ook kunnen samenwerken in een supra-regionaal samenwerkingsverband.

Naast deze principiële beslissing werd intussen het regiodecreet goedgekeurd en wordt stelselmatig sectorspecifieke regelgeving aangepast. Een overzicht daarvan is te vinden op de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur.

Hoe verloopt het traject?

Stap 1: Afbakenen

In deze stap worden de gemeenten ingedeeld in 15 referentieregio’s. Deze afbakening is definitief sinds de goedkeuring van het Regiodecreet op 3 februari 2023.

Stap 2: Afstemmen

In deze stap worden de samenwerkingsverbanden afgestemd op de referentieregio’s.

Heb je daar meer informatie of ondersteuning in nodig ? Labo Regiovorming heeft een ondersteuningspakket voor jou: inventaris en een stappenplan ‘Aan de slag’ vind je op onze pagina rond afstemming.

Stap 3: Afspraken maken

De uiteindelijke doelstelling is het maken van afspraken en zo regionaal beleid te ontwikkelen. Lees hierover ook de visie van Kris Snijkers. In dit opiniestuk wordt het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen als doel van regiovorming gezien.

Afstemmen op de referentieregio: wat betekent dat?

Regiovorming gaat er niet van uit dat de referentieregio dé schaal is waarop alle intergemeentelijke samenwerking moet geënt zijn. Iets als een ideale schaal die voor alle inhoudelijke beleidsdomeinen geldt, bestaat immers niet.

Regiovorming gaat er wel van uit dat samenwerkingsverbanden zich afstemmen op de referentieregio.
Er zijn daarbij 3 mogelijkheden :

  • het samenwerkingsverband is kleiner dan de referentieregio = regioconform;
  • het samenwerkingsverband valt samen met de referentieregio = regioconform;
  • het samenwerkingsverband valt samen met de som van 2 of meer referentieregio’s = regioconform.

Is een samenwerkingsverband niet regioconform, maar zijn er goede redenen om dit samenwerkingsverband niet af te stemmen op de referentieregio (met andere woorden – het samenwerkingsverband blijft referentieregio-overschrijdend), dan kan een afwijking worden aangevraagd aan de Vlaamse regering volgens het principe “pas toe of leg uit”.

Als we het schematisch voorstellen, dan gaan we van deze huidige situatie naar deze gewenste situatie:

Wat is een subregio?

Binnen een referentieregio kunnen een aantal gemeenten zich organiseren als subregio. Een subregio is kleiner dan de schaal van de referentieregio. In het regiodecreet worden geen uitspraken gedaan rond subregio’s. Het vormen en functioneren van subregio’s wordt overgelaten aan de lokale besturen.

Een voorbeeld van een subregio is Neteland

Wat is een supraregionaal?

Het werkingsgebied van een supraregionaal samenwerkingsverband is een som van twee of meer regio’s, op voorwaarde dat in elk van de regio’s ten minste 90% van de gemeenten deelneemt.

Zijn  de referentieregio's een nieuwe laag in het bestuursmodel?

Neen. Referentieregio’s zijn geen extra laag in de ‘bestuurlijke lasagne’.

Referentieregio’s zijn een samenwerkingsmodel, gebaseerd op de theorie van organisatienetwerken. In een referentieregio maken lokale besturen, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, andere bestuursniveau’s (provincie, Vlaams, federaal, Europees, …) én partners uit het werkveld (verenigingen, non-profit organisaties, bedrijven, burgers, ….) afspraken om zo samen maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Lokale besturen zijn de sokkel waarop deze regionale samenwerking en het regionaal beleid gebouwd is/wordt.

Het burgemeestersoverleg wordt gezien de spil zijn van deze regionale samenwerking en het regionaal beleid, maar uiteraard is de betrokkenheid van schepenen, personeelsleden van het lokaal bestuur en alle andere betrokkenen in het lokaal beleid onontbeerlijk. De beslissing blijft liggen bij de gemeenteraad.