In 2017 startte in Mechelen een groep burgers uit de Marokkaanse deelgemeenschap samen met onderwijspartners en stadsmedewerkers een participatief diversiteitstraject. Het initiatief mondde uit in een actieplan met negen punten waarmee de stad voort aan de slag gaat,opdat alle Mechelse kinderen en jongeren zich op school thuis zullen voelen. Het einddoel is de grote ongekwalificeerde uitstroom in de stad beperken.

Negen Mechelse actiepunten school en diversiteit

Een diversiteitsvriendelijke schoolpraktijk en curriculum

Aandacht voor ontwikkeling van het Nederlands

Plaats voor anderstaligheid en meertaligheid

4 Werken aan ouderbetrokkenheid en participatie

5 Evenwichtig inschrijvingsbeleid/sociale mix in de scholen

6 Diversiteit in leerkrachtenteams en schoolbesturen

7 CLB als actieve partner

8 Plaats voor culturele en religieuze identiteit in het onderwijs

9 Hogere gekwalificeerde uitstroom uit secundair en hoger onderwijs
 

www.mechelen.be/actieplan-onderwijs-en-diversiteit

Toen een groep burgers in Mechelen een moslimschool wilde oprichten, drong burgemeester Bart Somers aan op inzicht over de achterliggende redenen van die vraag. Stafmedewerker Sociaal Beleid Lies Vandeneede en coördinator Leerrecht Anke Anthoni leerden van de initiatiefnemers dat de grote ongekwalificeerde uitstroom bij jongeren met Marokkaanse roots een belangrijke reden was, maar ook dat veel kinderen en jongeren zich niet thuis voelden in de Mechelse scholen en er weinig plaats was voor hun religieuze identiteit. ‘De burgemeester besloot in overleg met die burgers te gaan, hij wilde hun vragen hoe we het onderwijs in Mechelen anders konden inrichten zodat alle kinderen er zich thuis voelen.’ De uitnodiging werd aanvaard. Stad, onderwijs en initiatiefnemers stelden een referentiegroep samen, vrijwilligers en sleutelfiguren uit de Mechelse Marokkaanse deelgemeenschap.

De stad heeft gevraagd de referentiegroep uit te breiden, zodat ze niet langer beperkt blijft tot een deelgemeenschap, maar er ook oog is voor andere kwetsbare groepen in dit overlegorgaan.

Nadien vond een startvergadering plaats met vertegenwoordigers van alle Mechelse scholen, leden uit die referentiegroep en verschillende stadsmedewerkers. Op aanzet van de referentiegroep werd in aparte groepen gewerkt aan drie thema’s: ouderbetrokkenheid, welbevinden (van de kinderen) en het bevorderen van een sociale mix. Elke werkgroep bestond uit stadsmedewerkers, mensen uit alle koepels van het onderwijs, en leden uit de referentiegroep. De referentiegroep trok het verdere traject en nodigde experts uit. De stad faciliteerde het geheel.

Hoofddoek: de olifant in de kamer

Ook al spitste elke werkgroep zich toe op een specifiek onderwerp, één thema overschaduwde alle gesprekken: de hoofddoek. ‘Voor veel mensen van de referentiegroep vormde de hoofddoek een essentieel thema dat ze als allereerste punt wilden bespreken, maar voor verschillende vertegenwoordigers van het onderwijs was dit een heikel thema dat hun mandaat vaak oversteeg. Deze discussie blokkeerde initieel de hele werking. De burgemeester kwam als bemiddelaar tussenbeide en stelde voor het thema van de hoofddoek uit de werkgroepen te halen, omdat dit het waardevolle initiatief dreigde te hypothekeren. Hij beloofde de referentiegroep wel het thema levensbeschouwing en hoofddoek later in een apart traject op te nemen,’ zegt Lies Vandeneede.

Vanaf dan verliep het diversiteitstraject succesvol. Elke werkgroep kwam drie keer samen en in juni 2017 organiseerde de referentiegroep een plenum met alle bevindingen. Om de cruciale bevindingen niet verloren te laten gaan besliste de stad de belangrijkste besluiten om te zetten in het actieplan diversiteit en onderwijs. Volgens Lies Vandeneede en Anke Anthoni was dit een belangrijk kantelmoment: ‘De referentiegroep was niet langer de regisseur, de stad nam het over. Het actieplan met negen speerpunten werd een onderdeel van het stedelijke beleid.’ Anke Anthoni, die al in januari 2018 als coördinator Leerrecht was aangeworven, kreeg de verantwoordelijkheid om het actieplan op te volgen. Ze moest ook het beloofde levensbeschouwelijke traject in goede banen leiden. ‘Daarmee willen we de Mechelse basis- en secundaire scholen ondersteunen in het omgaan met levensbeschouwelijke diversiteit,’ zegt ze. Het werd een meervoudig traject. ‘We startten met een inspiratieavond, toegankelijk voor alle onderwijspartners. We hadden als experts Khalid Benhaddou en Emilie Le Roi uitgenodigd. Hun boek Halal of niet, Alle vragen omtrent islam en onderwijs in Vlaanderen beantwoord was net verschenen, voor ons het ideale vertrekpunt. Nadien organiseerden we een verdiepende, net-overschrijdende focusgroep die vier keer bij elkaar kwam. Naast de onderwijspartners zetelde ook de referentiegroep als belangrijke partner in dit overleg. We bespraken samen onder leiding van een moderator casussen uit de scholen en we werden in de gesprekken bijgestaan door Khalid Benhaddou en Emilie Le Roi.’

Het voorafgaande traject vormde hierbij een belangrijk voordeel, stelt Anthoni: ‘Hierdoor was er al het nodige vertrouwen gegroeid tussen de referentiegroep, de stedelijke medewerkers en de onderwijsafgevaardigden. Dit basisvertrouwen was en is noodzakelijk bij het overleg over delicate levensbeschouwelijke aspecten.’

En wat met de hoofddoek? ‘Dit thema is inderdaad aan bod gekomen,’ zegt Anke Anthoni. ‘Het waren heel emotionele gesprekken. Tot een consensus zijn we nog niet gekomen, maar de belangrijke conclusie luidt dat het niet eens zijn met elkaar geen reden is om niet met elkaar in gesprek te gaan. Het was belangrijk dat dit werd besproken in een respectvol kader.’ De stad is er nog steeds over in gesprek met de verschillende onderwijskoepels. Het thema wordt trouwens vooral bovenlokaal verder opgenomen, want deze discussie overstijgt uiteraard de specifieke  context van Mechelen.

Naast de focusgroep met vertegenwoordigers van alle Mechelse scholen, stadsmedewerkers en de referentiegroep omvatte het levensbeschouwelijk traject ook ondersteuning op schoolniveau. ‘Het belangrijkste aandachtspunt was de handelingsverlegenheid in de Mechelse scholen bij concrete cases individueel en op klasniveau te verminderen. Daarvoor biedt een stedelijke scholenwerker specifieke ondersteuning aan.’ Dat gebeurt met Europese financiering vanuit het Interreg 2 Zeeën fonds (in het project SIREE).

Het overleg met de referentiegroep, stadsmedewerkers en de scholen creëerde wederzijds vertrouwen en ztte diversiteit op de agenda.

Diversiteitsscreening Mechelse scholen

Structureel werken aan diversiteitsbeleid waarvan ook levensbeschouwing inherent deel uitmaakt, is een andere aanbeveling voor de scholen. Volgens Anthoni en Vandeneede is dit zeer belangrijk. ‘Diversiteitsbeleid dient als preventie tegen ad-hocproblemen, steekvlammen en polarisatie.’ Ook hiervoor werden in Mechelen de kiemen gelegd. Het overleg met de referentiegroep, stadsmedewerkers en de scholen creëerde wederzijds vertrouwen en zette diversiteit op de agenda. In de loop van 2018 hebben meer dan zeshonderd leerkrachten van dertig Mechelse scholen deelgenomen aan de ‘DISCO – Diversiteitsscreening in onderwijs’ van het Steunpunt Diversiteit en Leren. ‘Hiermee heeft de stad een waardevolle stap gezet om het diversiteitsbeleid in de scholen in kaart te brengen. Elke school die heeft deelgenomen, krijgt een individueel gesprek met de onderzoekers, om te kijken hoe ze in de toekomst de uitdagingen zal aangaan. Ook de stad sluit aan bij deze gesprekken en kan de scholen meteen naar het actieplan verwijzen en dat dan weer verfijnen om beter in te spelen op de behoeften die de scholen signaleren. Zo kunnen we dit beleid verder vormgeven, tekorten en sterktes identificeren, en schoolteams versterken in het positief omgaan met diversiteit,’ zeggen Vandeneede en Anthoni nog.

 

Sabine Van Cauwenberge is VVSG-stafmedewerker integratie- en inburgeringsbeleid
Voor Lokaal 09 | 2019