Deze wet voorziet dat de gouverneur de aan de burgemeester en het politiecollege toegewezen bevoegdheden inzake gezag en leiding uitoefenen in geval van uitzonderlijke, acute of onverwachte veiligheidsproblemen die de grenzen van de lokale politiezone overschrijden. In dat geval coördineert hij ook het gezag en de leiding over de lokale politie, en dit voor zolang de veiligheidsproblemen dat vereisen. De modaliteiten worden bepaald.