De VVSG voert een 3-jarig project ‘labo lokale burgerparticipatie’ uit, geïnitieerd door Vlaams minister van Samenleven en Binnenlands Bestuur Bart Somers. Met het labo verzamelt, analyseert en verspreidt de VVSG innovatieve praktijken van lokale burgerparticipatie in Vlaanderen. Het labo bestaat uit een 20-tal koplopers inzake lokale burgerparticipatie met daarbij zowel lokale besturen als enkele partnerorganisaties, onder leiding van Karolien Dezeure (Mondea) en ondersteund door Joke Van Reppelen en Roman Cluytens (VVSG). Het labo laat zich inspireren door het internationaal vergelijkend onderzoek, uitgevoerd door het Instituut voor de Overheid van de KU Leuven (promotor: professor Trui Steen).
Naast de analyse van lokale praktijken wordt in de schoot van het labo een experimentlijn met betrekking tot ‘right to challenge’ uitgerold. De VVSG ondersteunt actief een aantal lokale besturen die willen experimenteren met het concept. Deze experimenten zijn gestart tijdens de zomer van 2021. Daarnaast verdiept het labo zich in andere innovatieve coproductieinstrumenten en manieren om burgerinitiatief te stimuleren.Het traject van het labo ging enigszins anders dan gepland. Waar we initieel een 6-tal samenkomsten met werkbezoeken hadden voorzien, kwamen we 16 keer online samen in de periode van april 2020 tot december 2021. De agenda werd gevoed door de inzichten uit internationaal onderzoek en uit de praktijkcases aangebracht door de besturen. Het grote engagement van de leden kwam naar voor uit het feit dat ze maandelijks trouw virtueel aanwezig waren op de bijeenkomsten; deelnemers voelen duidelijk de meerwaarde om in een open setting praktijken en kennis over participatie op een laagdrempelige manier uit te wisselen. Er is dan ook de expliciete vraag van de deelnemers aan het labo om deze manier van samenkomen en uitwisselen verder te zetten. Daarnaast maakte het labo ook werk van een visietekst rond right to challenge.
Deze analysenota vat het werk en de inzichten uit het labo samen. In het eerste deel staan we stil bij het theoretisch kader dat we gebruiken om de initiatieven te analyseren. In het tweede deel overschouwen we de inzichten als we de praktijken toepassen op het kader. In het derde deel verdiepen we een aantal specifieke instrumenten die als ‘nieuw’ naar voor worden geschoven; zoals de burgerbegroting, de minipublics, digitale participatie, … We richten ons, naast een omschrijving van de cases, op de geleerde lessen. Tot slot overschouwen we het participatieveld met een aantal beschouwingen.
Karolien Dezeure, Mondea
met bijdragen uit het labo
Roman Cluytens, VVSG
Joke Van Reppelen, VVSG